voorbereidingstijd 45 min. | oven 15-20 min. (190 graden)
1. Deeg bereiden
Doe in een beslagkom de mix voor het witbrood, het suiker, de gist en het zout. Voeg één voor één de eieren toe. Meng de ingrediënten vijf minuten met een mixer op de laagste stand. Zet de mixer op de hoogste stand en mix daarna nog 5 minuten op deze stand, tot het deeg los komt van de kom. Mix tenslotte de boter in drie minuten door het deegmengsel.
2. Deeg laten rijzen
Laat het deeg afgedekt op kamertemperatuur een uur rijzen. Zet het daarna in de koelkast en laat het hier nog 1 uur verder rijzen.
3. Deeg verwerken
Verdeel het deeg in acht gelijke stukken en vorm hier balletjes van. Bekleed de bakplaat met bakpapier. Leg de deegballetjes op de bakplaat en druk de balletjes plat. Maak in ieder platgedrukt balletje een kuiltje (hier komt straks de pudding in) en vorm een opstaande rand van 1 cm.
Zet de bakplaat met het deeg op een warme plek, dek het deeg af en laat het 30 minuten rusten.
4. Pudding bereiden
Rasp de gele schil van de citroen boven een kommetje. Pers de citroen uit en houd de citroensap apart. Mix twee eetlepels van het citroensap en één eetlepel citroenrasp met de rest van de suiker en voeg drie eieren plus de crème fraîche toe.
5. Broodjes vullen met pudding
Verwarm de oven voor op 190 °C. Klop een ei los en bestrijk de rand van de puddingbroodjes met het losgeklopte ei. Vul tenslotte de broodjes met het puddingmengsel.
6. Roombroodjes bakken
Plaats de puddingbroodjes in het midden van de oven en bak ze in 15-20 minuten gaar. Haal de broodjes uit de oven en laat ze vijf minuten afkoelen. Bestrooi hierna de roombroodjes met poedersuiker en garneer ze met verse frambozen of ander vers fruit. Voor het paasontbijt of de paasbrunch kun je de broodjes feestelijk garneren met chocolade paaseitjes.