1. Het deeg maken
Zeef de broodmix in een kom en roer er de vanillesuiker en de kurkuma door. Maak het deeg volgens de gebruiksaanwijzing op het pak.
2. De haan vormen
Verdeel het gerezen deeg in 4 stukken en rol van elk stuk een worstje van ongeveer 18 cm lang. Bekleed het bakblik met bakpapier. Leg de deegworstjes met voldoende tussenruimte in een U-vorm op de bakplaat. Zorg ervoor dat het staartstuk iets lager is dan het kopstuk.
3. De snavel
Maak voor de snavel twee knipjes in het deeg van het kopstuk. Trek het stukje deeg dat tussen de knipjes zit naar buiten en vorm er een snaveltje van.
4. De kam
Knip het deeg voor de kam twee keer 1 cm diep in en trek het stukje deeg hier tussen weer naar buiten om er de kam van te maken.
5. De staart
Maak twee knipjes van 2 cm diep in het staartstuk. Trek het deeg tussen de knipjes een stukje naar buiten en maak de staart.
6. De vleugels
Markeer de vleugels door met de schaar twee knipjes te maken in het onderste gedeelte van de U-vorm. Houd daarbij de schaar een beetje schuin-rechtop.
7. De ogen
Druk ter hoogte van het snaveltje een rozijn of krent in het deeg als oog.
8. Het deeg laten narijzen
Dek de bakplaat af met plasticfolie en laat de haantjes op een warme plaats ongeveer 45 minuten narijzen.
9. De haantjes bakken
Bestrijk de broodhaantjes met losgeklopt ei en bak ze in 25 tot 30 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden gaar en bruin.
Ga je broodhaantjes bakken voor op de palmpaasstok? In
deze instructie kun je lezen hoe je een palmpasenkruis maakt.