1. Klaaskoeken: bloem vermengen met droge ingrediënten
Meng de bloem met de suiker, de kaneel, het zout en de gist in een kom.
Droge gist kun je direct toevoegen. Verse gist moet worden verkruimeld, opgelost in lauw water en daarna 10 minuten rusten voor gebruik!
De verhouding gedroogde gist, bloem is altijd 500 g bloem op 1 zakje gist.
2. Boter en eieren toevoegen
Smelt de boter. Doe de vloeibare boter met twee losgeklopte eieren bij de bloem en spatel dit door het bloemmengsel.
Het smelten van de boter gaat erg goed in de magnetron.
3. Water en melk toevoegen
Verwarm het water en de melk tot lauwwarm en voeg dit langzaam, al roerende, scheutje voor scheutje aan het deeg toe.
Als de melk en het water verwarmd zijn, kan het deeg beter rijzen.
4. Het deeg kneden
Kneed het deeg in een keukenmachine, met de mixer, of met de hand tot een elastisch, soepel geheel. Maak van het deeg een dikke deegbal en leg die in een ruime kom.
Gebruik je een keukenmachine of mixer, kneed het deeg dan de laatste paar minuten met de hand. Met de hand voel je namelijk beter wanneer het deeg mooi soepel is.
5. Het deeg laten rijzen
Dek de kom af met een vochtige doek en laat het deeg minimaal een uur rijzen op een tochtvrije en warme plaats.
Door de doek vochtig te maken gaat het deeg niet aan de doek kleven.
6. Sinterklaasfiguren uitsteken
Bestrooi het werkblad met bloem en stort het deeg op het werkblad. Wrijf de deegroller in met bloem en rol het deeg uit, tot een plak van ongeveer 1 cm dik. Snijd met een uitsteekvorm de Sinterklaas figuren uit het deeg.
Zorg dat de vorm van het deegfiguur zo goed mogelijk behouden blijft; Sinterklaas moet nog herkenbaar zijn!
De bloem op het werkblad zorgt ervoor, dat het deeg niet aan het werkblad blijft plakken.
7. Deeg verder laten rijzen
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg hierop voorzichtig de deeg Sinterklazen. Dek het bakblik af met een vochtige doek en laat het deeg nog eens 15 minuten rijzen.
Houd voldoende ruimte tussen de figuren onderling, zodat het deeg voldoende kan rijzen!
8. De koeken gaar bakken
Verwarm de oven voor op 220 graden. Klop een ei los met een scheutje melk en bestrijk hiermee de deegfiguren. Schuif het blik in het midden van de voorverwarmde oven en bak de Klaaskoeken in 15 minuten mooi goudgeel.
Het scheutje melk zorgt ervoor dat het bestrijken van het deeg wat makkelijker gaat.
9. Klaaskoeken serveren
Leg de warme Klaaskoeken in een mand of schaal en serveer ze met de zelfgemaakte chocopasta. Eet smakelijk!
10. Zelfgemaakte chocopasta: chocolade au bain marie smelten
Breng in een pan een bodempje water aan de kook. Verbrokkel de chocolade in een schaal en zet de schaal met de chocolade op de pan met kokend water. Laat de chocolade au bain marie smelten.
Let erop dat de bodem van de schaal niet met het water in aanraking komt, want dan gaat de chocolade koken en kan verbranden!
Haal de schaal van de pan, voordat de chocolade volledig is gesmolten. De schaal blijft namelijk nog even warm, waardoor de chocolade nog verder smelt!
Je kunt ook een laagje water in een koekenpan doen en daarin een kom zetten die goed heet mag worden. Verbrokkel de chocolade in de kom. Breng het water zachtjes aan de kook, draai het vuur uit en blijf roeren tot de chocolade gesmolten is.
De chocolade kun je ook smelten in de magnetron. Om te zorgen dat de chocolade niet verbrandt, wel elke 20 tot 30 seconden even checken, totdat de chocolade mooi glad gesmolten is.
11. Overige ingrediënten aan de chocolade toevoegen
Doe het hazelnoot poeder,de hazelnootolie, het cacaopoeder, het vanille-extract en de honing bij de gesmolten chocolade en roer alles goed door elkaar. Roer tot slot de kaneel en de zachte boter (in vlokjes) door het chocolademengsel.
12. Chocopasta laten opstijven
Giet de chocopasta in potjes. Laat de potjes afkoelen en de chocopasta opstijven.
Veel plezier met deze originele Sinterklaas traktatie.