1. De kruidenkorst maken
Doe 185 gram boter in een steelpannetje en laat de boter op laag vuur zachtjes smelten. Hak 60 gram aan blaadjes bladpeterselie in een hakmolen of keukenmachine fijn. Voeg 125 gram paneermeel en de gesmolten boter toe en meng de boter goed met de peterselie. Doe daarna nog 25 gram Parmezaanse kaas met een snufje zout en peper bij het botermengsel en meng alles tot een mooie, homogene massa.
Is de hoeveelheid peterselie teveel voor je hakmolen, hak alles dan gewoon in twee of drie keer fijn.
2. De kruidenkorst hard laten worden
Bekleed een bakplaat met bakpapier. Schep het peterselie mengsel op het bakpapier en vouw er een (tweede) stuk bakpapier overheen. Druk het mengsel een beetje plat en rol het met een deegroller over het bakpapier heen uit, tot een mooie gladde plak van ongeveer 2 millimeter dik. Zet hierna de bakplaat in de koelkast en laat de kruidenkorst in minimaal 30 minuten hard worden.
3. De saus maken
Versnipper de sjalot. Verhit in een pannetje 2 eetlepels olijfolie en
fruit hierin de fijngesneden sjalot ongeveer 1 minuut. Blus de sjalot af met 100 milliliter droge vermouth of wijn en laat de drank daarna helemaal inkoken. Giet 250 milliliter visfond en 250 milliliter slagroom bij de gefruite sjalot en laat dit tot de helft inkoken. Voeg, als de saus voldoende is ingekookt, 2 eetlepels gedroogde dragon toe en draai het vuur uit.
4. De venkel schoonmaken
Was de venkelknollen en snijd er het loof en de onderkant vanaf. Houd het groene loof apart voor de venkelsalade. Schil vervolgens met een dunschiller het buitenste laagje van de stugge buitenkant van de venkel af.
5. De venkelsalade maken
Snijd een geschilde venkelknol met een dunschiller of een mesje, in zeer dunne plakjes. Doe dit in een schaal. Meng de venkel met het sap van 1 citroen, 3 eetlepels citroen-olijfolie en voeg peper en zout naar smaak toe. Snijd het achtergehouden loof fijn, doe dit bij de venkel en schep alles goed door elkaar. Zet daarna de schaal met venkelsalade weg op een koele plek om alle ingrediënten goed te laten intrekken.
6. De overige venkel smoren
Snijd de overige 2 geschilde venkelknollen in plakken van 0,5 cm dik en verwijder de harde kern uit de onderkant van de venkelknol, zodat je de onderkant ook kunt gebruiken. Verhit 3 eetlepels olijfolie met een snufje zout in een hapjespan. Schep de venkel door de olie en laat dit in 15 minuten zachtjes gaar smoren. Voeg na 10 minuten, als de venkel mooi glazig ziet, een scheutje water toe en schep de groente even om. Laat de venkel daarna nog 5 minuten smoren.
7. De zalm in de oven garen
Haal de kruidenkorst uit de koelkast en snijd hem in plakken ter grootte van de zalmfilets. Snijd de huid van de zalm af en kruid de zalm met zout en peper. Doe 2 eetlepels olijfolie in de ovenschaal en wentel de zalm even door de olie. Leg de zalmmoten daarna mooi naast elkaar in de schaal en leg op iedere zalmmoot een kruidenkorst. Dek de schaal af met aluminiumfolie en laat de zalm in een voorverwarmde oven op 160 graden in 10 minuten rosé bakken.
Overgebleven kruidenkorst kun je in de koelkast bewaren en later voor iets anders gebruiken.
8. De saus luchtig kloppen
Pureer, terwijl de zalm in de oven gaart, de saus met een staafmixer nog even luchtig en schuimig.
9. De zalm uit de oven halen en serveren
Schep in het midden van ieder bord wat gesmoorde venkel en schep bovenop de gesmoorde venkel een deel van de venkelsalade. Haal de zalm uit de oven en leg op ieder bord een moot zalm met kruidenkorst bovenop de venkel. Schep er daarna de dragonsaus overheen. Smakelijk eten!
Schenk hierbij een glas witte Chardonnay wijn uit de Bourgogne.