1. De sinaasappel in partjes snijden
Snijd de sinaasappel doormidden en vervolgens iedere helft in 4 gelijke partjes.
Om de Gluhwein wat meer smaak te geven, kun je in combinatie met de sinaasappel partjes citroen toevoegen.
2. Rode wijn toevoegen
Leg de partjes sinaasappel in een pannetje en giet er 1 liter jonge, soepele rode wijn bij.
Om te voorkomen dat de wijn een metalige smaak krijgt kun je beter geen aluminium pan gebruiken!
Ga je voor alcoholvrij, gebruik dan rode druivensap in plaats van wijn en maak hiermee een alcoholvrije Glühwein.
3. Kruiden en suiker toevoegen
Voeg de kruidnagels, de jeneverbessen, het laurierblad, de kaneelstokjes en de basterdsuiker toe aan de wijn. Giet er vervolgens 4 deciliter water bij en roer al deze ingrediënten door de wijn.
4. De glühwein verwarmen
Zet het vuur laag en laat de wijn met de citrusvrucht(en) en de specerijen in 20 minuten zachtjes goed warm worden, maar niet koken.
Laat de wijn nooit koken, want dan verdampt de alcohol!
5. De warme gluhwein zeven en serveren
Verwarm de glazen kort voor in de magnetron of in een bak met warm water. Haal de pan van het vuur en giet de warme wijn door een zeef, zodat alleen de wijn overblijft zonder de sinaasappel en de kruiden. Voeg de cognac en de port toe aan de wijn, roer dit even door en giet daarna de glühwein in de voorverwarmde glazen. Garneer en serveer de Glühwein naar wens met bijvoorbeeld een sinaasappelschijfje en kaneelstok.
Proost! Op een mooie, winterse Kerst.
Serveer de Gluhwijn lekker warm, maar verwarm wel altijd eerst de glazen voor! Zo voorkom je niet alleen dat de warme Gluhwein te snel afkoelt, maar ook het breken van de glazen bij het inschenken.