1. Doel van het spel
Doordat de spelers iedere beurt landtegels neerleggen, ontstaan er wegen, steden, weiden en kloosters, waarop de spelers een horige mogen zetten. Als de speler een weg, dorp of stad afbouwt scoort hij punten. De speler die aan het eind van het spel de meeste punten heeft wint.
2. Het speelmateriaal
De tegel met de donkere achterkant is de starttegel. Deze wordt open op tafel gelegd.
De overige tegels worden geschud en in meerdere stapels omgekeerd op tafel gelegd.
Het score spoor wordt gelegd aan de rand van het speelveld.
Iedere speler krijgt 8 horigen van dezelfde kleur en plaatst daarvan 1 horige op het score spoor.
3. Het spelverloop
De speler die aan beurt is voert de volgende acties uit:
- De speler moet een nieuwe landtegel trekken en aanleggen.
- De speler mag één van zijn horigen op de aangelegde landtegel zetten.
- Als door het plaatsen van de tegel wegen, steden of kloosters afgebouwd worden, moeten die nu worden geteld.
4. Nieuwe landtegels trekken
De speler die aan beurt is trekt een nieuwe landtegel en legt deze aan één van de tegels op het veld.
De nieuwe landtegel moet met minstens één kant, aan één of meer eerder geplaatste tegels worden gelegd.
Als de tegel niet op de juiste manier kan worden gelegd , wordt de tegel in de doos gelegd en trekt de speler meteen een nieuwe tegel om aan te leggen.
Het is niet toegestaan tegels alleen met de hoeken aan te leggen!
Een weide, stadsdelen en wegen mogen niet onderbroken worden!
5. Het plaatsen van horigen
Meteen nadat de speler een landtegel heeft geplaatst mag hij ervoor kiezen om hierop een van zijn horigen te zetten. De speler bepaalt waar hij de horige op de tegel plaatst, in de stad, in het weiland, of op de weg.
Daarbij geldt: eens geplaatst, blijft geplaatst.
Als de speler geen horige meer heeft, legt hij alleen de landtegel aan.
De speler mag de horige alleen plaatsen op de tegel die hij net heeft aangelegd en geen horige gebruiken die al op het veld staat! Ook mag de speler maar één horige per beurt plaatsen!
De speler mag de horige niet in een stad, op een weg of in een weiland plaatsen als deze verbonden is met een tegel waarop al een horige staat!
6. Telling
Als de speler met zijn tegel een weg, klooster of stad afbouwt worden hier direkt punten voor geteld.
Horigen op weilanden worden alleen aan het eind van het spel geteld!
7. Een afgebouwde weg tellen
Een weg is afgebouwd als deze een doorlopende verbinding vormt tussen twee punten. Die punten kunnen een splitsing, klooster met een weg, of een stadspoort zijn.
De speler die de weg met zijn horige bezet ontvangt 1 punt per tegel die de weg lang is.
Als de punten zijn geteld neemt de speler de horige terug in zijn voorraad.
8. Een afgebouwde stad tellen
Een stad is afgebouwd als deze een sluitende stadsmuur heeft. Binnen de muur mogen zich geen gaten meer bevinden.
De speler die de stad met zijn horige bezet ontvangt voor iedere tegel waaruit de stad bestaat 2 punten. Daarnaast ontvangt hij voor ieder wapen in de stad 2 bonuspunten.
Als de punten zijn geteld neemt de speler de horige terug in zijn voorraad.
9. Een afgebouwd klooster tellen
Een klooster is afgebouwd als de tegel met het gebouw aan alle zijden en hoeken is omgeven door andere tegels.
De speler krijgt 9 punten voor een afgebouwd klooster.
Als de punten zijn geteld neemt de speler zijn horige terug in de voorraad.
10. De eindtelling
Aan het einde van de beurt waarbij de laatste landtegel is gepakt, is het spel afgelopen.
De speler maakt zijn beurt af, waarna de eindtelling kan beginnen.
11. De onafgemaakte wegen, steden en kloosters tellen
Eerst worden alle onafgemaakte wegen, steden en kloosters geteld.
De spelers krijgen 1 punt per tegel waaruit het bouwwerk bestaat.
De wapens in de stad zijn ook 1 punt waard.
Door handig te spelen kan het zijn dat er horigen van meerdere spelers in het bouwwerk staan. De speler met de meeste horigen in een bouwwerk ontvangt de punten.
12. De weilanden tellen
Hierna worden de weilanden geteld.
Weilanden worden door wegen, steden en de rand van het speelveld van andere wegen gescheiden.
De speler met de meeste horigen in een weiland ontvangt de punten.
Bij een gelijk spel ontvangen beide spelers de punten.
Iedere afgebouwde stad die aan een weiland grenst levert 3 punten op.
13. De winnaar
De speler die na de telling de meeste punten heeft wint het spel.