Houd er rekening mee dat deze klus wat meer tijd in beslag neemt, het is namelijk erg precies werk!
1. Het benodigde materiaal berekenen
Tel voordat je naar de winkel gaat het aantal overzettreden en stootborden dat je nodig hebt. Houd hierbij rekening met het aantal rechte treden en het aantal treden voor de draai. Kies je voor eikenhouten overzettreden bepaal dan of je de trap met lak of met oliewax wilt afwerken.
Laminaat stootborden zijn er in meerdere kleuren, passend bij de treden. Eiken stootborden zijn aan de achterkant wit gegrond, waardoor je ze in iedere gewenste kleur kunt aflakken.
2. De trapbekleding verwijderen
Verwijder de oude trapbekleding en steek met een krabber of scherp plamuurmes de lijmresten weg. Gebruik een afbijtmiddel om ook de laatste en hardnekkige restjes lijm goed te kunnen verwijderen. Vul beschadigingen op met plamuur en laat dit goed drogen. Schuur daarna met een schuurmachine alle te bekleden treden tot ze helemaal glad zijn. Zo nodig kun je de treden zo hier en daar nog een beetje bijschuren met een schuursponsje.
Het is belangrijk dat de trap schoon en glad is!
3. De treden nummeren
Het is handig om nu eerst met een potlood op iedere trede een nummer te schrijven. Zo kun je overzicht houden als je straks alle trapdelen in één keer wilt zagen.
4. De maat van de treden opmeten
Neem van iedere trede de lengte- en breedtemaat op. Voor een eenvoudige trap met treden met rechte hoeken kun je hiervoor een rolmaat gebruiken. Teken de gemeten maten af op het nieuw te plaatsen trapdeel. Gebruik hierbij zo nodig een waterpas om zeker te weten dat de overzettrede goed recht wordt. Zet het nummer van de corresponderende traptrede op de achterkant van de overzettrede.
5. De trap opmeten met een trapspin
Voor het meten van moeilijke treden met verschillende hoeken, zoals in een bocht van de trap, is het handiger een zogenoemde ‘trapspin’ te gebruiken. Monteer de trapspin volgens de gebruiksaanwijzing en schroef de trapspin met de bijgeleverde schroeven vast op de te meten trede. Draai de pennen een slag los. Zet de linker- en rechterpennen uit tegen het linker- en rechter uiteinde van de trede. Vervolgens zet je de overige pennen in elke hoek van de traptrede. Draai daarna de pennen weer vast (zie video 1.18 - 1.37).
6. De vorm van de trapspin aftekenen
Schroef de trapspin weer los van de trap en verwijder de afstandhouders. Leg de trapspin tegen de rand van de overzettrede en teken het eindpunt van de pennen af. Verbind deze punten met behulp van een liniaal en potlood. Je hebt nu precies de omtrek van de trede waarop je het nieuwe deel gaat plaatsen (zie video 1.38 - 1.53).
7. De overzettreden op maat zagen
Zaag alle treden, inclusief de anti-slip strip, netjes op maat. Volg hierbij de afgetekende maten van rolmaat of trapspin en zaag eerst in de breedte en daarna in de lengte. Gebruik je een decoupeerzaag, dan geldt: hoe fijner de tanden van de zaag, hoe fijner de zaagsnede wordt. Schuur na het zagen de zaagsnede glad. Controleer bij alle gezaagde treden of ze goed, zonder te klemmen, passen.
8. De stootblokken opmeten
Als alle treden goed passen kun je de stootblokken gaan opmeten. Leg hiervoor steeds de trede die zich aan de bovenkant en de trede die zich aan de onderkant van het te meten stootblok bevindt, op zijn plek. Meet daarna het tussenliggende stootblok en teken de gemeten maten af op het nieuw te monteren stootblok.
9. De stootborden zagen en passen
Controleer na het op maat zagen of de stootblokken goed passen. Ook het passen doe je als de trede aan de bovenkant en aan de onderkant van het stootblok op zijn plek ligt. Bij het passen van het stootbord kun je tijdelijk op de onderkant van het bord 2 stukken tape aanbrengen die je iets laat uitsteken. Daarmee trek je het stootbord na het passen makkelijk weer los.
10. Het vastlijmen van de treden en stootborden
Als alle stootborden goed passen kun je de treden en de stootblokken gaan vastlijmen. Begin hierbij met de bovenste trede zodat je straks niet meer over de pas ingelijmde treden hoeft te lopen. Smeer de kale, gladde traptrede inclusief de neus in met montage kit en leg de overzettrede met het corresponderende nummer op de traptrede. Duw hem daarna stevig vast. Als je na de bovenste trede de volgende overzettrede hebt vastgelijmd kun je het tussenliggende stootbord vastlijmen. Snijd daarna de uitstekende stukken tape van het stootbord af.
11. De afwerkranden aanbrengen
Lijm tegelijk met de overzettreden de afwerklijsten tegen de bovenranden van de trap. Begin met de speciale afwerklijst voor de bovenste trede. Werk de open zijkanten af met een afwerkrand. Een laminaat trap kun je afwerken met kantlaminaat. De hoeken en randen van de trap werk je zo nodig af met kit. Lastige obstakels, zoals uitspringende delen, kun je afmeten, vervolgens aftekenen op de overzettrede en uitzagen. Zie hiervoor video 3.20 - 3.44. Werk zo stap voor stap alle treden van de trap af.
12. De gerenoveerde trap laten drogen
Zowel laminaat als houten treden, moeten 24 uur drogen. Moet je de trap tijdens het drogen blijven gebruiken, sla dan om en om een trede over en plak die de volgende dag vast.
Heb je alle treden vastgeplakt? Dan is je traprenovatie klaar. Hierna ziet je trap er weer uit als nieuw.
13. Een nieuwe trapleuning?
Bij een grondige traprenovatie hoort vaak ook een nieuwe trapleuning. Trapleuningen zijn verkrijgbaar in allerlei varianten. Kies het type en de kleur die het beste past bij de treden. Je kunt de leuning in de winkel op maat laten zagen.
Laat voor je eigen veiligheid wel de oude trapleuning nog even hangen!