1. Voorbereiding: de muur glad maken
Om het behang zo mooi mogelijk te kunnen aanbrengen is het belangrijk dat de muren die je gaat behangen zo glad mogelijk zijn. Repareer daarom voordat je gaat behangen eerst de eventuele beschadigingen in de muur. Dit kun je doen door gaatjes en scheurtjes, op te vullen met een muur- of nadenvuller. Schuur daarna de behandelde plekken goed glad.
2. Gestucte muren behandelen met voorstrijk
Zijn je muren net gestuct, breng dan vóór het behangen eerst een voorstrijkmiddel aan. Hiermee voorkom je dat de behanglijm direct in de muur wordt gezogen, waardoor het behang niet goed vastplakt. Verdeel het voorstrijkmiddel goed over de muur met behulp van een vachtroller op telescoopsteel en een blokkwast voor langs de randen. Laat na het aanbrengen de voorstrijk een nachtje drogen.
3. Het type behang kiezen
Je kunt kiezen voor papierbehang of vliesbehang. Het voordeel van vliesbehang is dat je niet het behang, maar de muur insmeert met lijm waardoor je schoner en sneller kunt werken. Kies altijd rollen behang met hetzelfde batchnummer. Dit is belangrijk om kleurverschillen te voorkomen.
4. Het opmeten van de ruimte
Meet de lengte van de muur. Een baan behang is ca. 53 cm breed, dus kun je voor één meter 2 banen rekenen. Vervolgens meet je de hoogte van de muur, waarbij je minimaal 10 cm per baan extra rekent zodat je boven en onder wat speling hebt om het behang mooi te kunnen afsnijden.
5. Markeren waar je moet beginnen
Teken met behulp van een lange waterpas of een schietlood van boven naar beneden een loodrechte lijn op de muur. Daar ga je straks de eerste baan behang tegenaan plakken. Zit er een raam of deurkozijn in de kamer dan kun je ook deze hiervoor als lijn aanhouden.
6. Welke soort lijm gebruiken?
Naast behanglijm uit een pakje die je zelf moet aanmaken met water bestaat er ook kant en klare behanglijm die direct klaar is voor gebruik.
Kies je voor behanglijm uit een pakje , ga dan uit van het gekozen type behang. Op de verpakking van de lijm staat vermeld voor welke soort en gewicht behang de betreffende lijm geschikt is.
7. De lijm aanmaken
Gebruik je behanglijm uit een pakje lees dan eerst de gebruiksaanwijzing op de verpakking voor de juiste verhouding van de hoeveelheid water en poeder. Vul een emmer met het benodigde water en strooi hier al roerende beetje voor beetje het poeder in. Blijf roeren totdat de lijm mooi glad is en alle klontjes zijn verdwenen. Laat daarna de behanglijm 10 tot 15 minuten staan voordat je de lijm gaat gebruiken.
8. Het behang insmeren
- Leg twee afgeknipte banen behang met de goede kant onder, op elkaar op de tafel.
- Zorg dat je de bovenste baan behang recht met de rand van de tafel houdt aan de kant waar je staat, met aan de andere kant een overlap van de baan eronder. Zo kun je de randen goed insmeren, zonder dat de tafel vies wordt.
- Smeer de helft van de bovenste baan royaal en gelijkmatig in met behanglijm. Belangrijk hierbij is dat je vooral ook de randen van het behang met voldoende lijm insmeert, omdat deze het snelst uitdrogen.
- Klap na het insmeren het stuk behang in de lengte naar het midden toe dubbel.
- Smeer nu de andere helft van de baan in met lijm en klap ook dit stuk voorzichtig dubbel, met de rand tegen de andere helft aan.
- Laat de lijm 5 tot 15 minuten inweken. De exacte inweektijd kun je vinden op de verpakking van de rol behang.
Laat de banen behang niet te lang liggen, want dan drogen ze uit of kan het behang gaan bobbelen.
Werk je met patroonbehang, dan moet je bij het afsnijden per baan uitgaan van het patroon van de baan die je daarvóór hebt afgesneden, zodat de patronen mooi op elkaar aansluiten!
9. De eerste baan aanbrengen
- Begin aan de bovenkant van de muur met een overlap van zo’n 5 centimeter.
- Plaats de baan behang met de zijkant tegen de getekende loodlijn en strijk hem met behulp van een behangborstel recht langs de lijn glad naar beneden, tot aan de plint of vloer.
- Controleer met een waterpas of het behang goed recht op de muur zit.
- Zo ja, druk dan de onderkant van het behang in een strakke, haakse lijn langs de bovenkant van de plint of de vloer.
- Markeer de lijn zichtbaar in het behang door met de achterkant van een schaar of met een behangspatel over de vouw te strijken.
- Knip het overtollige behang op de gemarkeerde vouw af.
- Maak hierna op dezelfde manier aan de bovenkant van de baan een vouwlijn langs de rand van het plafond, om vervolgens ook hier het overtollige behang af te knippen.
- Controleer het behang op resten lijm en veeg deze direct weg met een natte spons. De lijm geeft anders vlekken.
Nat behang is makkelijker te knippen dan te snijden
10. Een volgende baan aanbrengen
- Pak een volgende baan behang en leg deze strak tegen de vorige baan aan.
- Zorg daarbij voor een goed sluitende naad.
- Zit er te weinig lijm op de randen, vouw de rand dan iets terug en smeer er wat extra lijm op. Vouw de rand weer dicht en ga er met de nadenroller overheen.
- Breng nu het behang weer op dezelfde manier aan op de muur als de eerste baan.
- Ga zo door totdat alle muren zijn beplakt.
11. Uni behang met kleurverschil
Bij uni behang kan het voorkomen dat er een klein kleurverschil in de baan zit. Stel er zit een donkere en een iets lichtere zijde in de baan. Draai dan de volgende baan om, zodat óf de lichtere óf de donkere zijden tegen elkaar aankomen (stortend behangen).
12. In de hoeken behangen
Vouw de baan behang helemaal uit. Begin boven in de hoek te vouwen en strijk de baan langs de hoek naar beneden. Knip het behang onderaan precies tot de hoek in en vouw het overtollige stuk langs de zijkant terug. Druk met de achterkant van de schaar het behang in de hoek, markeer de lijn en knip de rand af.
13. Behangen rondom een vensterbank of radiator
Moet je behangen rondom een vensterbank of radiator probeer dan niet de de hele baan behang in één keer op maat te snijden. Plak de baan behang er eerst in zijn geheel overheen en snijd daarna het overtollige behang stukje voor stukje langs het kozijn of de radiator af. Een perfecte snijlijn krijg je met behulp van een behangliniaal. Rol de afgesneden randen strak met wat extra lijm en een nadenroller.
14. Behangen over het stopcontact
Haal de stroom van het stopcontact en verwijder het kapje. Plak de baan behang tegen de muur over het stopcontact heen en snijd daarna met een stanleymes het stopcontact netjes uit, zodat deze weer zichtbaar wordt. Zet vervolgens het kapje weer op het stopcontact.
15. Blazen verwijderen
Probeer grotere luchtbellen zoveel mogelijk weg te vegen met de behangborstel. Gaat dit moeilijk prik dan met een stanleymes een klein gaatje in de luchtbel en wrijf daarna de blaas behang glad met een borstel.
Kleinere luchtbellen trekken tijdens het drogen vanzelf weg.
Probeer het behang niet sneller te laten drogen door de verwarming aan te zetten of de ramen open, want dan droogt het behang te snel waardoor er juist dan blazen kunnen ontstaan.