1. Voorbereiden van de klus
Verwijder spotjes en lampen of plak ze rondom af met schilderstape.
Schakel bij het verwijderen van lampen eerst de stroom uit.
2. Vloer afdekken
Gebruik afdekfolie om de vloer af te dekken. Het folie kun je met schilderstape vastplakken aan de plinten, zodat het beter blijft liggen. Zorg ervoor dat de vloer helemaal vrij is, dat werkt veiliger.
3. Randen afplakken
Plak de randen van de muur overal goed af met schilderstape. Voor het afplakken op behang kun je speciaal sensitive schilderstape gebruiken. Zo voorkom je dat het behang beschadigt wanneer je de tape verwijdert.
4. Vlekken verwijderen
Verwijder vlekken van het plafond met een daarvoor geschikte voorstrijk.
Ga je schilderen op een zuigende ondergrond? Breng dan eerst gewoon voorstrijkmiddel aan, voordat je het plafond met vlekkenvoorstrijk behandelt.
5. Plafond verven
Roer de verf voor gebruik goed door. Giet het daarna over in een verfbak. Schilder met een kleine kwast en een blokkwast eerst de randen van het plafond. Werk stapsgewijs en gebruik voldoende verf zodat er minder snel strepen of vlekken ontstaan.
Bevestig de telescoopsteel aan de verfroller en doop de roller in de verf. Rol de roller uit over het rooster, zodat de verf zich gelijkmatig verdeelt. Begin aan het uiteinde van de ruimte, schilder in vlakken en laat de vlakken elkaar iets overlappen. Rol tenslotte nogmaals dwars over de aangebrachte baan om de verf goed te verdelen.
Schilder bij daglicht, zodat je geen plekken over het hoofd ziet tijdens het schilderen van je plafond.
Schilder het plafond in één keer. Dit voorkomt strepen.
6. Schilderstape verwijderen
Verwijder de schilderstape direct na het schilderen. De verf is dan nog nat, waardoor de tape gemakkelijker te verwijderen is.
Ventileer de ruimte goed tijdens het drogen.
7. Rollers en kwasten opbergen
Wikkel de rollers en kwasten in een afgesloten plastic zak. Op deze manier verpakt kun je ze nog een week bewaren.