1. Het remmen
Houd bij het nemen van een bocht je wijsvinger aan de remmen en de overige vingers aan je stuur. Zo kun je gedoseerd remmen en houd je controle over je snelheid. Rem niet teveel voor, want dan loop je het risico over je stuur heen te kukelen. Rem je teveel achter, dan heb je minder remkracht.
2. Positie van je benen
Afhankelijk van de bocht die je neemt met je mountainbike, heb je je trappers horizontaal staan of je buitenste pedaal naar beneden als je de bocht doorgaat.
3. De bocht doorkijken
Vooruit kijken is een belangrijk onderdeel voor het veilig nemen van een bocht op je mountainbike. Om te weten hoe scherp de bocht is, of er obstakels op het pad liggen en/of er kuilen in de weg zitten is het belangrijk om voordat je de bocht ingaat als het ware ‘door de bocht heen te kijken’, naar het punt waar je naar toe wilt.
4. Je MTB kantelen in de bocht
Om in de bocht je mountainbike naar binnen te kantelen, strek je de arm die zich aan de binnenkant van de bocht bevindt. Dat betekent dat bij een bocht naar links je linkerarm, de binnenarm, gestrekt is en daarbij je rechterarm, de buitenarm, gebogen. Daarmee kantel je de fiets, zonder dat je daarbij zelf naar binnen gaat hangen en stuur je als het ware met je bovenlichaam je fiets door de bocht heen.
5. De aanvalshouding inzetten
Zet de bocht in vanuit de aanvalshouding, een actieve houding om je actie te starten. Zet daarbij je voeten op gelijke hoogte en ga met je benen licht gebogen op de pedalen staan. Houd ook je armen licht gebogen en buig je rug horizontaal, waarbij je navel ongeveer ter hoogte van de trapas komt. In deze positie ben je klaar om zowel de kuilen als de obstakels die je tegenkomt op te vangen, waarbij je lichaam fungeert als een soort schokbreker.
Vergeet niet om voorafgaand aan een rit, je fietshelm te checken op veiligheid. Hoe je dit het beste kunt doen, leer je in
deze instructievideo.