Wielrennen in een groep biedt meerdere voordelen. Het is gezellig en relaxed fietsen en als wielrenner kun je door de samenwerking binnen een fietsgroep, sneller en efficiënter rijden.
Alleen de twee voorste rijders geven een teken door middel van een arm- en handsignaal! De rest van de groep geeft de waarschuwing alleen maar roepend door.
1. Links- of rechts afslaan in een groep
De voorrijders steken hun arm uit naar links of naar rechts en roepen daarbij ‘links’ of ‘rechts’. De rest van de groep roept de waarschuwing door naar achteren.
2. Obstakel op het wegdek
De voorrijders wijzen met gestrekte arm naar het obstakel op de weg en roepen de naam van het obstakel, zoals bijvoorbeeld ‘let op, tak’. De andere wielrenners binnen de groep roepen de waarschuwing door naar achteren.
3. Tegenliggers
Tegenliggers worden niet aangegeven met een teken, maar alleen door roepen. De voorrijders roepen ‘tegenliggers’ of ‘tegen’, de rest van de groep roept de waarschuwing door naar achterste wielrenners.
4. Iets voor je inhalen
Als er voor iets moet worden ingehaald, dan roepen de voorrijders binnen de groep ‘let op voor’. Met de rechterarm gestrekt naar beneden wordt met de hand een gebaar van ‘opzij, naar rechts’ gemaakt (zie video 0.55). De groep roept de waarschuwing door naar de wielrenners achterin de groep.
5. Het wisselen van kop
De voorste rijder aan de binnenkant roept ‘wissel’ en maakt met zijn linkerhand omhoog een wenkend gebaar van 'kom maar'. Vervolgens gaat hij naar links en voor de buitenste voorrijder fietsen. De binnenste wielrenners schuiven ieder een positie op, waarna de laatste buitenste renner naar rechts gaat om de nu vrij gekomen achterste plaats aan de binnenkant in te nemen (zie video 1.25 - 1.30). Hierna fiets je weer netjes twee aan twee.
Je gaat nooit met zijn tweeën tegelijk van kop af! Alleen de voorrijder aan de buitenkant gaat van de voorste positie naar een tweede positie, waarbij de andere voorrijder zijn plaats inneemt.
6. Het stopteken
De voorrijders steken hun linkerarm gebogen omhoog en roepen ‘stoppen’. De groep roept het weer door naar achteren.
7. Een paaltje in het midden
Bij een paaltje in het midden roepen de voorrijders ‘paaltje in het midden, ritsen’. De rest van de wielrenners roept de waarschuwing door en maakt ruimte voor de ritsers.
8. Het gebruik van de tekens
Gebruik de tekens tijdens het wielrennen alleen als het echt nodig is, dus als de veiligheid in het geding is. Het links- en rechtsaf teken vormt daarbij uiteraard een uitzondering. Wordt er voor elk takje of tegenligger een teken gegeven, dan kan de groep nonchalant gaan worden met het doorgeven van de tekens. Daarnaast is het belangrijk dat de wielrenners zelf ook altijd goed blijven opletten!
Het wielrennen in een groep met racefietsers is als beginner wel even wennen omdat je niet alleen van elkaar profiteert, maar ook rekening met elkaar moet houden.
Veilig een bocht nemen tijdens het wielrennen? Bekijk dan
deze instructievideo.