1. De vorm beboteren en bestuiven
Beboter dun de bodem en de rand van de springvorm en bestuif deze vervolgens met bloem. Dit zorgt ervoor dat het biscuitdeeg tijdens het bakken beter rijst en makkelijker uit de vorm komt.
Je kunt ook de bodem van de vorm bekleden met bakpapier. Beboter dan alleen de rand.
2. De eieren met de suiker mengen
Breek de eieren boven een ruime kom. Klop de eieren met de mixer op de hoogste stand in 8 minuten los. Voeg tijdens het kloppen lepel voor lepel de kristalsuiker toe.
3. Zout en vanille toevoegen
Voeg vervolgens het zout en de vanillesuiker (of eventueel vanillemerg of vanillepoeder) toe aan het beslag. Klop net zo lang tot je een lichtgeel, stevig schuim hebt.
4. De bloem toevoegen
Zeef zelfrijzend bakmeel (of de bloem met de maizena) bovenop de eieren en spatel dit voorzichtig door het beslag.
Als je een gluten- of tarwe-allergie hebt kun je de bloem vervangen door Nogluten of Doves farm witte bloem of Mix C.
5. De vorm vullen en de taart bakken
Vul de vorm met het biscuitdeeg en bak de basis voor de taart in 40 à 50 minuten op 170 graden gaar.
Doe de oven de eerste 30 minuten niet open, het deeg kan dan inzakken!
Het gebak is gaar, wanneer het midden bovenop veerkrachtig aanvoelt. De indruk van een vinger mag niet zichtbaar blijven.
6. De biscuittaart laten afkoelen
Laat de biscuittaart 10 minuten in de vorm afkoelen. Maak daarna de rand van de vorm los en stort de taart op een taartrooster. Laat het gebak helemaal koud worden.
7. De taart vullen
Als de biscuittaart koud is dan kun je deze horizontaal doorsnijden en vullen met bijvoorbeeld slagroom, crème of jam. De bovenkant van de taart kun je met een beetje van de vulling bestrijken en vervolgens naar keuze garneren.
Je kunt een biscuitdeegbodem een paar dagen van tevoren maken en koel bewaren, maar je kunt hem ook langer van tevoren maken en in de vriezer bewaren tot je hem nodig hebt.