1. De marinade maken
Doe de knoflook, chilivlokken, korianderkorrels en de komijn in een vijzel. Plet de kruiden met de vijzel en schenk er wat olijfolie bij zodat je een soort pesto krijgt.
Je kunt de kruiden ook in een kom doen en met de bolle kant van een lepel pletten.
Een iets pittiger marinade kun je maken van 1 theelepel gemberpoeder, sambal badjak, paprikapoeder en kerriepoeder met een scheutje gembersiroop en ketjap.
2. Het vlees marineren
Snij de varkenshaas in blokken van gelijke grootte en doe ze in een kom. Strooi wat zout en peper op het vlees en schep de marinade erbij. Wrijf de marinade goed in het vlees en laat dit afgedekt minimaal een uur staan.
Hoe langer je het vlees marineert, hoe beter de smaak.
3. De saté bakken
Rijg het vlees aan de saté stokjes en verwarm de grillpan (of grill). Leg de saté in de pan en laat ze 5 tot 10 minuten grillen, waarbij je de stokjes regelmatig draait. Haal de saté uit de pan, leg ze op een bord en laat de saté 2 tot 3 minuten rusten. Het vlees gaart dan nog een klein beetje door.
Er zit al olijfolie aan de saté, dus er hoeft geen olie in de pan.
Zorg dat de pan goed heet is!
4. De satésaus
De rest van de marinade kun je met een gefruit uitje en 2 eetlepels pindakaas gebruiken als satésaus of door een kant en klare satésaus roeren.