1. Voorbereiding op het wassen
Voordat je start met wassen, is het belangrijk om je hond eerst te kammen of borstelen. Zo kun je klitten uit de vacht halen en losse haren verwijderen. Heeft je hond huidproblemen? Wees dan altijd extra voorzichtig bij het borstelen. Gebruik een borstel met zachte haren en vermijd borstelen op plekken waar de hond haaruitval heeft of kaal is.
Borstel altijd met de haargroei mee en haal de kam (of borstel) losjes door de vacht. Vermijd het drukken of duwen met de borstel op de huid, dit kan pijn doen.
2. Gebruik een antislipmat
Leg een antislipmat in de douche of badkuip. Je hond kan dan niet wegglijden als de bodem nat wordt. Dit geeft je hond minder stress.
3. Belangrijk: test de temperatuur van het water
Zorg dat je de watertemperatuur test, voordat je de hond onder de douche natmaakt. Voel met je hand of het water niet te koud of te warm is, en wacht tot de douchestraal een constante temperatuur heeft bereikt. Voelt het water lauwwarm, comfortabel aan? Dan kun je beginnen met het wassen. Zet de waterstraal zacht en bouw het wassen geleidelijk op, zodat je hond kan wennen. Meer tips over het goed opbouwen van een wasbeurt, vind je in
deze instructie.
4. Begin met het wassen van het lijf
Begin met het natsproeien van het lijf en laat de kop nog even droog. Als je de kop natmaakt, dan gaat je hond zich vanuit reflex vaak droogschudden. Het is daarom handig om met de kop te wachten tot je het lijf hebt gewassen, zodat je het droogschudden vermindert.
Vindt je hond de douchestraal vervelend? Neem dan een zachte spons of een washandje en maak de vacht daarmee nat. Of overgiet de hond rustig met een groot formaat doseerlepel of maatbeker (zie foto).
5. Hond wassen in de badkuip
Was je de hond in de badkuip? Dan kun je deze ook 5-10 centimeter vullen met water en de hond wassen met een spons of een washand. Let bij het wassen in een badkuip erop dat je de hond eerst laat wennen aan het verblijf in de badkuip, en dat je de hond rustig in en uit de badkuip tilt. Zorg weer voor de juiste temperatuur van het water.
6. De shampoo aanbrengen
Pak de hondenshampoo (of een natuurlijke hondenzeep of shampoobar) en zeep de hond daarmee licht in. Gebruik niet meer zeep dan nodig is. Gebruik je vloeibare hondenshampoo? Dan kun je de shampoo ook in een spuitflacon doen en verdunnen met water.
Gebruik voor honden met huidproblemen altijd een speciale shampoo of een natuurlijke zeep. Er zijn goede natuurlijke shampoobars op de markt die alleen natuurlijke ingrediënten bevatten, zoals deze
shampoobar voor honden.
Laat je dierenarts altijd eerst bekijken van wat voor type huidprobleem er sprake is.
7. De hondenshampoo inmasseren
Masseer de shampoo goed in de vacht. Laat de shampoo daarna een paar minuten intrekken.
Was je de hond met een speciale shampoo in verband met huidproblemen? Houd dan minimaal 10 minuten inwerktijd aan.
Gebruik voor het wassen geen gewone shampoo voor mensen. De zuurgraad en werking hiervan zijn niet geschikt voor honden.
8. De hondenshampoo uitspoelen
Spoel de zeep of shampoo zorgvuldig uit de vacht. Zorg ervoor dat er geen zeepresten achterblijven. Herhaal bij een hond met een dikke vacht het uitspoelen zo nodig meerdere keren.
Is de vacht van je hond nog vies? Dan kun je hem eventueel een tweede keer wassen.
9. Het wassen van de kop en oren
Was tot slot de kop en de oren. Blijf weg bij de binnenkant van het oor en voorkom dat je hier per ongeluk water in sproeit. Blijf ook goed weg bij de ogen, zodat er geen zeep in kan komen. Let hier natuurlijk ook goed op bij het uitspoelen van de shampoo!
Bij honden met kort haar is het wassen van de buitenkant van het oor alleen nodig bij huidproblemen. Bij honden met lang haar kun je de buitenkant van het oor eventueel standaard mee wassen.
10. Hoe kun je de hond het beste afdrogen?
Waarschijnlijk zal je hond zichzelf na het wassen uitschudden. Laat hem zijn gang gaan, dit is een natuurlijke respons (en scheelt jou een hoop werk!). Pak daarna een handdoek en droog de hond daarmee zachtjes af. Wrijf niet te hard met de handdoek (het zogenaamde ‘droogschrobben’). Dit kan vervelend zijn doordat je tegen de haarrichting in werkt. Bij honden met lang haar kunnen hierdoor ook juist klitten ontstaan.
Probeer honden met lang haar zoveel mogelijk te deppen en het water voorzichtig uit het haar te knijpen. Eventueel kun je honden met lang haar daarna nog wat droogföhnen (zie volgende stap).
Honden met kort haar kun je het best afdrogen met de haargroei mee - of door een lichte, cirkelvormige beweging te maken. Gebruik meerdere handdoeken, dan is je viervoeter het snelst droog!
Helemaal bij huidproblemen kan wrijven pijnlijk zijn.
11. Mag je een hond föhnen?
Het droogföhnen van een hond is niet aan te raden. Droog je hond liever af met een of meerdere handdoeken.
Wil je de vacht toch droogföhnen, bijvoorbeeld bij een hond met lang haar? Test de temperatuur van de föhn dan altijd op je eigen hand. Zorg dat de föhn lauwwarm is en föhn de vacht rustig en voorzichtig droog. Strijk niet te veel tegen de haargroei in.
Gebruik bij honden met huidproblemen NOOIT een föhn om de vacht te drogen.
12. Beloon je viervoeter!
Is de wasbeurt klaar? Beloon je hond dan met een lekker koekje. Dit heeft hij zeker verdiend en het belonen zorgt ervoor dat jouw hond het wassen als iets positiefs zal ervaren.
Werk ook tijdens het wassen met beloningen, bijvoorbeeld na het natmaken of na het aanbrengen van de shampoo.
13. Hoe vaak mag je een hond wassen?
Een hond hoeft niet vaak gewassen te worden: eens in de 3-6 maanden is voldoende. Te vaak wassen met een shampoo kan de natuurlijke oliën van de huid uit balans brengen. De huid kan daardoor uitdrogen en schilferig worden. Was je hond daarom alleen als het nodig is, bij huidproblemen of wanneer de hond vies is van een wandeling. In het laatste geval is wassen zonder shampoo soms al genoeg.