1. De voorbereiding
Parkeer je auto op een veilige plek met een harde ondergrond. Zorg vooral dat je goed zichtbaar bent voor het overige verkeer. Lees in het instructieboekje hoe je een wiel moet verwisselen, waar en op welke plaats je de krik moet plaatsen en waar je het benodigde gereedschap en het reservewiel kunt vinden.
Zorg ervoor dat eventuele wielslotjes en sleutels op een makkelijke plek zijn opgeborgen.
2. Wat doe je voordat je de auto omhoog krikt?
Trek de handrem aan en zet de auto in de eerste versnelling. Hiermee zorg je ervoor dat de auto goed op de krik blijft staan. Blokkeer het wiel dat zich diagonaal tegenover de lekke band bevindt, met een steen.
3. Wielbouten losdraaien
Draai nu alle wielbouten één slag los. Het is makkelijk als je hiervoor een kruissleutel kunt gebruiken.
Bij het losdraaien van de wielbouten kun je meer kracht zetten als je je voet gebruikt.
4. Het omhoog krikken van de auto
Kijk in het instuctieboekje hoe de krik werkt. Zet de krik op het aangegeven krikpunt. Krik de auto omhoog, totdat het wiel net vrij is van de grond.
Let op dat je bij het opkrikken van de auto geen handen, armen of benen onder de auto steekt!
5. Reservewiel onder dorpel plaatsen
Leg het reservewiel onder de dorpel van de auto. In geval de auto van de krik valt, kun je deze er dan opnieuw onder plaatsen.
6. Het verwisselen van de band
Draai de bouten verder los. Zorg dat je de bovenste bout als laatste losdraait, zodat het wiel niet naar je toevalt. Verwissel het wiel met de lekke band nu met het reservewiel.
7. De bevestiging van het reservewiel
Draai de bouten van het reservewiel eerst met de hand aan. Gebruik daarna een wielsleutel om de bouten verder aan te draaien.
In tegenstelling tot het losdraaien, gebruik je bij het vastzetten van de bouten nooit je voet!
8. Kruiselings vastdraaien van de bouten
Zet de bouten altijd kruiselings vast, om trillingen tijdens het rijden te voorkomen. Zitten de bouten stevig vast, dan kun je de auto weer voorzichtig laten zakken.
9. Het opbergen van het materiaal
Berg het wiel met de lekke band en het gereedschap op in de auto en leg alles goed vast. Zorg ervoor dat bij een noodstop de spullen niet door de auto kunnen gaan slingeren.
10. De band op spanning brengen
In het instructieboekje kun je lezen wat de juiste bandenspanning is. Je kunt dit gegeven ook vinden op een sticker aan de binnenkant van de deurstijl. Breng de band van het gewisselde wiel op de goede spanning.
Nadat je 50 km hebt gereden, is het verstandig de bouten opnieuw te controleren.