Het is verstandig om de lichten van je auto regelmatig te controleren. Controleer voordat je op reis gaat ook altijd de lampen van zowel je auto als van je caravan. Het is aan te raden om dit ook onderweg zo nu en dan te doen.
1. Het type autolamp
Autolampjes zijn er in veel soorten en maten. Kijk daarom eerst in het instructieboekje welk type autolamp je nodig hebt en of je het juiste lampje op voorraad hebt. De lampjes zijn te koop bij een dealer, de ANWB maar ook bij een pompstation of winkel met automaterialen.
Als autoverlichting niet werkt, kan de politie je aanhouden. Je krijgt dan de kans om het lampje ter plekke te vervangen. Heb je echter geen nieuw lampje bij je, dan krijg je een boete. Zorg daarom dat je altijd een set nieuwe lampjes in de auto hebt liggen.
2. Plek van de autolamp
Kijk in het instructieboekje waar het te vervangen lampje precies zit en wat je moet doen om de autolamp te vervangen. Bij sommige auto’s kun je pas bij de autolamp als je eerst allerlei onderdelen hebt gedemonteerd. In dat geval is het waarschijnlijk handiger om het lampje door de garage te laten vervangen.
Autolampen worden gloeiend heet! Vervang daarom het lampje pas nadat je auto een tijdje stil heeft gestaan, zodat de lampen voldoende zijn afgekoeld.
3. De lamp uit het lampenhuis halen
Verwijder het beschermkapje van de lamp en daarna voorzichtig de klemveer. Maak de stekker los en haal de lamp uit het lampenhuis.
4. Nieuwe autolamp uit verpakking halen
Raak het glas van een halogeenlampje nooit aan met je handen maar pak het lampje altijd vast bij de voet. Vet van je handen kan inbranden op het glas en een zwarte aanslag geven, waardoor de lamp minder licht geeft en minder lang meegaat.
Soms moet je andere lampjes dan halogeen, juist wél bij het glas pakken om ze te kunnen monteren. Gebruik daarbij dan een doekje.
Kunststof koplampen mogen alleen halogeenlampen bevatten waarop aan de zijkant van de houder een U is aangebracht, anders verkleurt het plastic!
5. De autolamp vervangen
Zet de nieuwe autolamp op de juiste manier in de uitsparing van het lampenhuis. Zet daarna de klemveer vast en controleer of de lamp werkt. Door met de autolampen op een raam te schijnen kun je zelf controleren of de lampen goed branden. Ook kun je iemand vragen om even om je auto heen te lopen, terwijl jij de verschillende lampen aanzet.
Autolampen die niet goed werken, zijn een afkeurpunt bij de APK. Controleer dus voordat je naar de keuring gaat of de koplampen, richtingaanwijzers, achteruitrijlichten, remlichten en kentekenplaatverlichting werken.
6. Verlichting auto werkt nog niet
Als de verlichting niet werkt, kan het zijn dat je het systeem moet resetten. Doe dan de verlichting uit en de auto op slot. Open daarna de auto weer en schakel de verlichting in. Sommige auto’s herkennen een kapotte lamp en sturen deze niet meer vanzelf aan. Door het systeem te resetten, detecteert de auto de vervangen lamp. Doet de lamp het nog steeds niet, controleer dan de zekering van de lamp en vervang deze zo nodig. Raadpleeg hiervoor het instructieboekje.