1. Banaan prakken
Breek de bananen in stukken en doe ze in een beslagkom. Prak ze vervolgens fijn met een vork, zodat er een puree van banaan ontstaat.
2. Havermout toevoegen
Voeg de havermout geleidelijk toe aan de bananenpuree. Prak het er goed doorheen zodat een stevige mix ontstaat.
3. Kaneel en kokos toevoegen
Voeg nu de kaneel toe aan je mengsel van havermout en banaan en roer het goed door elkaar. Als je het lekker vindt, dan kun je ook een paar flinke eetlepels kokosrasp toevoegen aan het deeg voor de banaankoekjes.
Wordt je mengsel te droog? Voeg dan wat sojamelk, havermelk of andere plantaardige melk toe. Wees alleen niet te enthousiast, als je direct teveel toevoegt dan wordt je mengsel weer te nat.
Optioneel kun je rozijnen of gedroogde abrikozen toevoegen. Zorg ervoor dat je het gedroogde fruit voorafgaand aan toevoeging welt in water.
4. Koekjes vormen
Verwarm de oven voor op 160 graden. Doe het bakpapier op een rooster of vet een bakblik in met kokosvet of boter. Schep met een eetlepel een balletje van het deeg uit de kom. Schep dit deegballetje op het bakpapier en druk het plat met de onderkant van je lepel, zodat een rondere en platte vorm als basis voor je havermoutkoekje ontstaat.
5. In de oven
Doe de banaankoekjes in de oven en bak ze in ongeveer 20 minuten gaar.
6. Wanneer zijn de havermout banaankoekjes klaar?
De banaankoekjes worden niet knapperig, maar blijven een klein beetje zacht. Dat hoort zo. Kleurt het buitenste randje van de havermoutkoekjes bruin en hebben ze een lichtbruine kleur gekregen, dan zijn je gezonde koekjes gaar en klaar om de oven te verlaten. Eet smakelijk!