1. De groente snijden
Snij de tomaat in kleine stukjes, de ui in ringen en de champignons in plakjes.
2. De eieren breken en kloppen
Breek de eieren in een schaaltje en klop ze met een vork een beetje los.
Doe er de melk of room bij, klop alles luchtig door elkaar en breng het mengsel op smaak met zout en peper.
3. Het spek en de groente bakken
Smelt de boter in een ruime koekenpan en bak hierin het spek, de ui en de champignons lichtbruin.
Voeg de tomaten erbij en bak het geheel nog een paar minuten op hoog vuur.
Wel af en toe omscheppen om verbranden te voorkomen!
4. Het ei erbij gieten
Giet het eimengsel bij het spek en de groente in de pan en laat dit op een niet te hoog vuur stollen.
Leg als het ei gestold is de plakjes kaas er overheen en laat deze smelten.
De omelet mag nog wel een beetje vloeibaar zijn in het midden.
5. De omelet serveren
Maak met behulp van een plat mes de zijkanten en de onderkant van de omelet voorzichtig los van de pan. Leg een deksel even groot als de pan op de omelet, draai de pan voorzichtig in één keer om en laat de omelet op een bord of schaal glijden. Serveer de omelet met brood.
Schud even met de pan heen en weer om zeker te weten, dat de omelet los is van de bodem.