1. Het vlees dichtschroeien en aanbakken
Bestrooi de kalfsoesters met peper. Verwarm de olie of boter in een pan en leg de kalfsoesters erin. Bak het vlees aan beide kanten op hoog vuur een minuutje iets bruin en aan. Houd het vlees daarbij in beweging door het over de bodem van de pan heen en weer te schuiven, zodat de boter niet kan verbranden.
2. Het vlees rosé bakken
Temper het vuur en leg het vlees in het midden van de pan. Bak de kalfsoesters in ca. 6 minuten rosé, waarbij je halverwege het vlees keert.
Prik nooit met een vork in het vlees, maar keer het vlees met twee spatels of lepels!
Als je met je vinger op het vlees drukt en het voelt stug aan, dan is het vlees rosé van binnen. Voelt het zacht en verend, dan is het nog rauw van binnen.
3. Het vlees laten nagaren
Haal het gare vlees uit de pan en bestrooi het met zout. Pak daarna het vlees in aluminiumfolie en laat het even rusten. Snijd vervolgens het vlees in plakjes van 3-4 cm en rangschik de plakjes op de borden.
Als je het vlees achteraf zout, blijft het vlees mooi sappig.
Bestrijk plakjes kaas met mosterd en strooi daarover wat paprika. Leg op elke oester een ongeveer even groot plakje kaas. Leg een deksel op de pan en laat de kaas smelten.
4. Het vlees serveren
Suggestie 1. Schep of spuit aardappelpuree op het bord naast het vlees, leg er stoofpeertjes bij en wat rucola.
Suggestie 2. Serveer de kalfsoester met in de schil gekookte aardappelen en bloemkool. Verdeel de bloemkool in roosjes, kook ze 3 minuten en roerbak de groente daarna nog 5 minuten in een wok met boter.