1. Titelblad (voorblad)
Op het titelblad, het eerste blad van je werkstuk, zet je de titel van je werkstuk. Daarnaast schrijf je op dit blad je naam en je klas en eventueel de naam van je docent en de datum.
2. Inhoudsopgave
Op dit blad staat achtereenvolgens opgesomd wat je in je werkstuk zal bespreken. Zet de hoofdstukken onder elkaar op een rijtje met achter de nummer van het hoofdstuk de titel ervan en het paginanummer.
Begin al voor het zoeken van tekst voor je werkstuk, met het maken van de inhoudsopgave. Als je een inhoudsopgave maakt, dan kun je alvast nadenken over de indeling van de hoofdstukken en de punten die je wilt bespreken in je werkstuk. Zo kun je vervolgens heel gericht naar informatie gaan zoeken.
3. Inleiding
Je begint je werkstuk altijd met een inleiding: een introductie over het onderwerp van jouw werkstuk. Wat kun je als lezer verwachten van de rest van de tekst in jouw werkstuk? Geef in de inleiding aan welke hoofdstukken er achtereenvolgens voorbij zullen komen en geef een korte beschrijving van het hoofdstuk.
Je kunt de inleiding ook beginnen met een paar vragen die verderop in het werkstuk beantwoord zullen worden. Hiermee kun je de lezer alvast nieuwsgierig maken.
Voorbeeld:
Dit werkstuk gaat over Nederland. In hoofdstuk 1 zal worden besproken uit welke provincies Nederland bestaat. Hoofdstuk 2 gaat over het (.......). In het derde hoofstuk zal ik (.......). Etc.
Zorg ervoor dat je de informatie die je gebruikt voor je werkstuk, niet simpelweg kopieert en plakt in je verslag. Kom je een leuk stukje tekst tegen op bijvoorbeeld het internet, maak er dan een eigen verhaaltje van.
4. Hoofdstukken
In het middenstuk van je werkstuk, geef je de informatie over het onderwerp dat je bespreekt. Deel deze informatie op en bespreek het onder verschillende hoofdstukken. Zo houd je het overzichtelijk voor de lezer. Per hoofdstuk kun je een deelonderwerp behandelen.
Bijvoorbeeld: in hoofdstuk 1 bespreek je de provincies van Nederland, in hoofdstuk 2 vertel je meer over het bestuur van Nederland, in hoofdstuk 3 geef je informatie over onze vlag, etc.
5. Samenvatting e/o conclusie
Als afronding van je werkstuk herhaal je nog eens kort wat je in de hoofdstukken besproken hebt. Het is een soort totaaloverzicht van je werkstuk. De samenvatting kan ook een conclusie (zoals een antwoord op een vraag) bevatten. Ook kun je hier je eigen mening over jouw onderwerp geven.
6. Bronvermelding
Zet hier alle bronnen die je gebruikt hebt, zoals internetpagina's, boeken, artikelen uit de krant of uit een tijdschrift, etc.
Maak vanaf dat je begint met je onderwerp, gelijk een pagina voor de bronvermelding aan. Zo kun je goed bijhouden welke bronnen je gebruikt en ze hier direct vermelden als je ergens informatie vandaan hebt gehaald. Dit voorkomt dat je aan het einde van je werkstuk lang moet zoeken om de bronnen terug te vinden.