1. Van het karton cirkels knippen
Knip van het karton twee gelijke cirkels met de gewenste diameter en in het midden een gat.
Maak het gat in het midden vooral niet te klein, om voldoende wol te kunnen wikkelen voor een mooie dikke pompoen!
Het formaat van de cirkel en het gat bepalen mede het formaat van de pompoen.
2. De wol wikkelen
Leg de cirkels met de gaten op elkaar en omwikkel het karton (dus beide cirkels samen) met wol. Wikkel de eerste paar slagen over het uiteinde van de draad, zodat deze vast komt te zitten. Wikkel zo lang tot het gat in het midden goed vol is.
Je kunt de begindraad ook om de cirkel heen vastbinden, zodat hij zeker niet los kan schieten.
Hoe meer windingen hoe groter en dichter de pompoen wordt.
Wikkel zo gelijkmatig mogelijk!
3. De wikkelingen losknippen
Schuif aan de zijkant op een willekeurige plaats de wol iets opzij en steek de onderste punt van een scherpe schaar tussen de twee cirkels. Houd je duim stevig op de wol in het gat en knip alle wikkelingen op de kant door, waarbij de onderste schaarpunt tussen de twee cirkels moet blijven.
Tijdens het ronddraaien je duim steeds voorzichtig verplaatsen, want alle draadjes zitten nu los!
4. De wikkeldraden samen binden
Neem, als alle windingen zijn doorgeknipt, een stevige dubbele draad en trek die tussen de 2 cirkels door. Trek de draad stevig aan en knoop hem goed vast.
Wil je de pompoen ergens op vast maken, knip dan de draadeinden niet af en gebruik ze later voor het vastzetten.
5. Het karton verwijderen
Trek de twee cirkels van elkaar en de pompoen zal er vanzelf tussenuit schieten. Schud de pompoen goed uit en knip hem zo nodig wat bij.
Door de pompoen boven stoom te houden wordt deze nog zachter en pluiziger.
Wikkel voor een meerkleurige pompoen steeds een andere kleur draad. Wikkel je elke kleur helemaal in het rond, dan krijgt je een "kleurschijf".