1. De buikademhaling
Leg een hand op je buik en adem in. Voel hoe je buik opzwelt en zich vult met lucht. Adem uit en voel hoe de lucht weer uit je buik verdwijnt. Blijf dit herhalen waarbij je je steeds bewust blijft van hoe je buik zich iedere keer vult met lucht en deze lucht je buik weer verlaat.
Let er vooral op dat je goed rechtop blijft zitten met een mooie rechte ruggengraat!
2. Ademen met het onderste gedeelte van je longen
Adem in door je neus en alleen het onderste gedeelte van je longen vult zich met lucht. Probeer nu te voelen hoe niet alleen je buik, maar ook je heupen en je onderrug zich vullen met lucht. Voel hoe bij het uitademen de lucht terug uit je lichaam vloeit. Zodra je aan deze manier van ademhalen bent gewend, kun je beginnen met het tellen van deze ademhaling.
Blijf tijdens deze oefening rustig en stil zitten! Je borst beweegt niet mee, je ademt alleen met het onderste gedeelte!
3. De ademhaling tellen
Adem zes tellen in en ook weer zes tellen uit. Je kunt zelf bepalen hoe lang zo'n tel duurt. Zorg ervoor dat de oefening plezierig blijft en forceer jezelf niet. Je kunt het tempo aanpassen, maar blijf wel het ritme van zes tellen aanhouden.
Naarmate je deze oefening vaker doet, zul je het tempo kunnen vertragen, omdat de longinhoud zich op de duur zal vergroten.