1. Het wijnglas
Een goed wijnglas is gemaakt van dun glas. Verder moet het glas een steel hebben, zodat je bij het drinken het glas niet hoeft aan te raken, en het niet warm wordt. Het beste model is de tulpvorm. Bij deze vorm wordt het glas naar boven toe iets smaller, waardoor de aroma's van de wijn goed opgesloten blijven in het glas.
2. De kleur van de wijn
Houd het glas met de wijn tegen een lichte achtergrond om de kleur goed te kunnen bepalen. Met name de kleur van de rand van de wijn is belangrijk. Als deze bij een volle, donkerrode wijn verkleurt naar een wat lichtere, bakstenen, kleur, dan zal het een wat oudere wijn zijn.
3. De geur van de wijn
Draai de wijn zachtjes rond in het glas, het walsen, zodat er zuurstof bij de wijn komt. Door de zuurstof komen de aroma's vrij. Ook vergroot je hiermeee het oppervlak waarmee de wijn over het glas verdeeld zit, waardoor de geuren beter vrij raken.
4. Het proeven van de wijn
Neem een flinke slok wijn in je mond en zuig lucht naar binnen. Door de lucht komen de aroma's beter vrij en proef je de meeste smaken. Een goede wijn heeft een lange nasmaak en een goede balans tussen de smaakjes van het fruit, de tanine en de zuren.