1. De asperge plat neerleggen
Leg de asperge plat neer op de bodem van een omgekeerde pan. Omdat de asperge op een platte onderkant ligt heb je geen druk in het midden en is er minder kans dat de asperge tijdens het schillen breekt.
Als de asperge wat hoger ligt kun je makkelijker werken, maar je kunt de stengels natuurlijk ook gewoon op een snijplank leggen.
2. De asperge beetpakken
Houd de asperge bij de kop vast. De kop van de asperge hoeft niet te worden geschild.
3. De asperge schillen
Zet de dunschiller onder de kop op de asperge en haal in één haal het schilletje eraf. Herhaal dit rondom tot de hele schil is verwijderd. Schil dakpansgewijs door na iedere haal de asperge iets te draaien.
In plaats van een dunschiller kun je ook een komkommerschiller of zelfs een kaasschaaf gebruiken.
Er zijn ook speciale aspergeschillers te koop.
De matte kant is de buitenkant waar de schil zit en de glanzende kant is het stuk waar het schilletje is verwijderd en het vlees tevoorschijn komt.
De asperge moet overal mooi gaan glanzen! Doffe plekken moeten nog een keer extra worden geschild!
4. Het kontje van de asperge afsnijden
Snij het houterige gedeelte, ongeveer 2 tot 2,5 cm, aan de onderkant van de asperge af. De asperge is nu klaar om te koken.
Voorkom dat de geschilde asperges gaan verkleuren en leg de asperges tot je ze gaat koken in een bak met water!
Doe de schillen met de kontjes in een aparte pan en doe er wat water op. Laat dit driemaal aan de kook komen en giet het door een zeef. Doe er een bouillonblokje bij en je hebt een heerlijke, heldere aspergebouillon.