1. De carpaccio verdelen over de borden
De carpaccio kun je kant en klaar gesneden kopen. Je kunt ook van een stuk ossenhaas, kogelbiefstuk of rosbief
zelf carpaccio snijden. Gebruik hiervoor een extra scherp, groot glad mes of een snijmachine. Probeer de plakjes vlees niet dikker te snijden dan 3 mm.
Verdeel de carpaccio over de borden en rangschik dakpansgewijs op elk bord de dungesneden plakjes vlees. Dek de borden af met huishoudfolie en zet ze even opzij.
Gebruik geen vork om de plakjes vlees mee op te pakken! Met een vork prik je gaatjes in het vlees waardoor de vleessappen eruit lopen en de carpaccio minder sappig wordt.
Let vooral op dat er geen vleessappen lekken op andere etenswaren en was het bord waarop het rauwe vlees heeft gelegen na gebruik direct af in de vaatwasser of met heet water! Pas daarna kun je het bord opnieuw gebruiken.
Zelf gesneden carpaccio is meestal wel iets dikker, maar je proeft hierdoor ook iets beter de smaak van het vlees.
3. De saus over de carpaccio salade verdelen
Verwijder de folie van de borden en verdeel speels kleine beetjes saus over ieder portie carpaccio. Gebruik de saus alleen als garnering en bedek het vlees nooit helemaal met saus. De lekkere malse smaak van de carpaccio salade zou hierdoor verloren gaan.
4. De overige garnering aanbrengen
Leg zo hier en daar een blaadje rucola op het vlees en strooi er een paar pijnboompitjes over. Schaaf tot slot nog wat geraspte Parmezaanse kaas over de carpaccio salade en klaar is je authentieke carpaccio recept. Geniet ervan!
Gebruik nooit te veel garnering! Je proeft dan door de garnering het vlees niet meer.