1. Aardappels schoonmaken
Voor het maken van gebakken aardappels, kun je zowel aardappelen met, als zonder schil gebruiken. Aardappels met schil zijn voedzamer en daarnaast staat zo'n schilletje best culinair. Wil je de schil behouden, boen de aardappelen onder de kraan dan goed schoon met een (groenten)borstel. Als je de aardappels gaat schillen, verwijder dan met een dunschiller of schilmesje de schil. Als je een schilmesje gebruikt, probeer de aardappels dan dun te schillen.
Zowel bij het schillen als bij het niet schillen van de aardappelen, is het belangrijk dat je uitlopers en slecht uitziende punten (zoals donkere pitten, zogenaamde 'ogen') uit de aardappel snijdt.
Ook na het schillen van de aardappelen is het aan te raden om de aardappels af te spoelen onder de kraan en eventuele restjes aarde op die manier te verwijderen.
2. Aardappels in partjes snijden
Snijd de aardappels nu in kleinere stukken. Je kunt ervoor kiezen om de aardappelen in partjes te snijden of in wat dikkere plakken. Kies je voor partjes, halveer de aardappelen dan eerst door ze over de lengte in tweeën te snijden. Daarna kun je de gehalveerde aardappel verwerken tot partjes, zoals je op de foto kunt zien.
3. Aardappels voorkoken
Wil je aardappelen bakken in de koekenpan, dan is het handig om de aardappels eerst voor te koken. Neem hiervoor een ruime pan. Breng een flinke laag water aan de kook, zodat de aardappelen onder water komen te staan. Kookt het water, voeg dan de stukken aardappel toe. Leg de deksel een beetje schuin bovenop de pan, zodat de stoom er makkelijk uit kan ontsnappen. Kook de aardappelen op een middelmatig tot hoog vuur gaar.
Heb je een stoompan, dan kun je de aardappelpartjes ook even stomen (met de deksel op de pan).
4. Kooktijd aardappelpartjes
Hoe lang moeten de aardappelpartjes koken? De kooktijd is afhankelijk van de grootte van de stukken. Ga uit van zo'n 10-15 minuten, zowel bij koken als bij stomen. Controleer of de aardappelpartjes (of aardappelplakjes) gaar zijn door er met een vork in te prikken. Gaat dit makkelijk genoeg, dan zijn de partjes of plakken klaar om verder te bereiden. Spoel ze in een vergiet even af met koud water en laat de aardappelen daarna goed uitlekken.
Ongekookte aardappelen krijg je met bakken moeilijk gaar.
Door een ruime pan te gebruiken, voorkom je dat het water over de rand heen kookt.
5. Aardappeltjes bakken
De voorgekookte aardappelpartjes of -plakken kun je nu verder bereiden. Om gebakken aardappelen te maken, verhit je een flinke scheut olie, boter of kokosvet in een koekenpan. Laat dit op een middelmatig tot hoog vuur goed warm worden, draai het vuur laag en voeg vervolgens de aardappelpartjes toe. Draai het vuur nu middelhoog en bak de aardappelpartjes in ongeveer 10 minuten bruin. Schep ze tijdens het bakken regelmatig om zodat de aardappeltjes aan beide zijden mooi bruin kleuren.
Gebruik je olijfolie? Let er dan op dat je olijfolie gebruikt die geschikt is om in te bakken. Extra Vergine olijfolie is dit meestal niet.
6. Gebakken aardappelen met rozemarijn
Als je het lekker vindt, dan kun je gebakken aardappelen met verse rozemarijn en/of zout maken. Haal hiervoor de naaldjes van de rozemarijn en knip de rozemarijn naalden fijn. Strooi dit samen met wat grof zeezout, vijf minuten voor het einde van de baktijd, over de aardappeltjes.
Voor het mooi bruin en knapperig bakken van de aardappeltjes, heb je voldoende vet nodig. Worden de aardappelen tijdens het bakken droog, voeg dan wat extra vet of olie toe. Let erop dat je dit goed verdeelt over de pan, zodat alle aardappelpartjes van extra vet worden voorzien.
Vergeet niet om de aardappelen tijdens het bakken steeds even om te scheppen, zodat ze aan beide kanten gaar en goudbruin worden.
7. Aardappeltjes opdienen
Zijn de gebakken aardappelen klaar? Schep ze dan in een mooie schaal en serveer ze. Eet smakelijk.