1. De autoruiten ijsvrij maken
Wil je jouw autoruiten ontdooien, maak dan de bevroren autoruiten (de voor- en achterruiten en de zijramen) ijsvrij door deze in te spuiten met een ruitontdooier. Natuurlijk kun je ook een ijskrabber gebruiken. Gebruik je een ruitontdooier, laat de vloeistof dan na het inspuiten wel een paar minuutjes inwerken voor het goed ijsvrij maken van je ruiten.
Zijn je ruiten weer schoon, loop dan nog even een rondje om je auto heen om te controleren of echt alles, waaronder ook de verlichting en de buitenspiegels, goed ijsvrij is.
Voorruit ontdooien met warm water? Doe dit liever niet. De ruit kan door het grote temperatuurverschil gaan barsten!
Ga je op wintersport, neem dan een handveger mee. In de wintersportgebieden kan het hard sneeuwen en een dikke laag sneeuw weghalen met een ijskrabber is lastig.
Vorst voorspeld? Dek dan de avond ervoor je ruiten af met een ijsdeken.
2. De ruitenwissers controleren
Kijk of de ruitenwissers van zowel je voor- als achterruit niet zijn vastgevroren door even rustig met je ijskrabber tegen de ruitenwisserplaten te tikken. Mocht dit het geval zijn, maak ze dan voorzichtig los met een ruitenkrabber (ijskrabber). Meer tips voor het voorkomen van bevroren autosloten en rubbers, lees je in deze
instructie.
3. De auto starten
Een auto ontdooien doe je nooit met een lopende motor. De auto stationair laten draaien veroorzaakt onnodige slijtage en is slecht voor jezelf en het milieu, terwijl de motor nauwelijks opwarmt. Start de auto dus pas op het moment dat je wegrijdt.
4. Condensvorming voorkomen
Maak voordat je in de auto stapt je kleding zoveel mogelijk sneeuw- en ijsvrij om extra condensvorming te voorkomen. Start de auto en zet de blower voluit aan. Zet ook de recirculatiestand aan en zet de verwarming op heet. Richt alles naar voren toe, op de voorruit. Gebruik zo nodig een (anti-condens) doek en veeg de ruiten hiermee schoon. Is alle condens verdwenen, schakel dan de recirculatiestand weer uit, zodat er weer voldoende frisse lucht in de auto kan komen.