1. De ui snipperen en fruiten
Snipper de uien fijn. Smelt en verwarm in een saus- of steelpan op middelhoog vuur de boter en
fruit hierin de gesnipperde ui, al roerende zacht en glazig.
2. De champignons klein snijden
Borstel de champignons voorzichtig schoon met een zacht borsteltje of veeg ze schoon met een stuk keukenpapier of droog doekje. Snijd ze hierna in dunne plakjes of kleine stukjes of reepjes.
Gebruik bij het schoonmaken van de champignons geen water. De champignons kunnen het water opnemen wat ten kostte gaat van onder meer de stevigheid. Meer informatie vind je in het 'Weetje' onderaan deze pagina.
3. De champignons toevoegen aan de ui
Doe de stukjes champignons bij de ui in de pan. Roer alles goed door elkaar en laat de champignons op middelhoog vuur zacht worden.
4. De bloem toevoegen
Draai het vuur zacht en voeg beetje voor beetje al roerende de bloem toe. Zorg daarbij dat je de bloem goed met het champignon-ui mengsel vermengd.
5. De bouillon toevoegen
Giet al roerende de groentebouillon bij het mengsel. Roer de saus goed door en laat deze daarna zachtjes inkoken tot de gewenste dikte.
Let op dat er geen klontjes ontstaan. Blijf tijdens het mengen en koken van de champignon saus, steeds goed roeren.
Hoe groter de pan, hoe makkelijker de champignon roomsaus indikt.
6. De crème fraîche toevoegen aan de champignonsaus
Roer tot slot de crème fraîche door de saus en klaar is je zelfgemaakte champignonroomsaus. Vooral lekker bij biefstuk, maar ook bij bijvoorbeeld varkenshaas, kip en pasta. Eet smakelijk!
Wil je de champignonsaus liever maken op de klassieke manier met room? Vervang de crème fraîche dan door slagroom. Je kunt ongeveer dezelfde hoeveelheid aanhouden of naar behoefte wat meer slagroom toevoegen voor een dunnere saus.
Heb je crème fraîche of slagroom over? Leer hier je hoe je de
room het beste kunt bewaren.