1. De filetlapjes opensnijden
Snijd de filetlapjes aan de zijkant met een scherp mes horizontaal in, maar laat één kant vastzitten.
Je snijdt het vlees dus net als een broodje open.
In plaats van varkensfilet kun je ook kipfilet gebruiken.
2. Het vlees plat slaan
Vouw het vlees open en leg de lapjes plat naast elkaar op het werkblad. Dek ze af met folie en sla met de onderkant van de koekenpan of een speciale vleeshamer, het vlees zo plat mogelijk.
3. Het vlees beleggen met ham en kaas
Verwijder het folie en beleg elk plakje vlees met een plak achterham, met daarop een plak kaas.
Gebruik een kaassoort die veel smaak heeft en mooi smelt, zoals bijvoorbeeld Goudse kaas.
Zorg dat de plak kaas iets kleiner is dan de plak ham, zodat je de ham iets over de kaas heen kunt vouwen. Hiermee voorkom je dat de kaas tussen het vlees uitloopt.
4. De filetlapjes dichtvouwen
Klap na het vullen de filetlapjes dubbel. Druk de randen goed aan en steek ze vast met cocktailprikkers.
Tot hier kun je de cordon bleu voorbereiden en in de koelkast bewaren.
5. De cordon bleu kruiden
Leg het vlees op een bord en bestrooi het rondom met zout en peper.
6. De cordon bleu paneren
Klop in een kom of diep bord de eieren los met een vork. Verkruimel de beschuiten boven een plat bord tot kruim. Wentel nu de cordon bleu eerst door het ei en vervolgens door de beschuitkruim.
Zorg dat het vlees aan alle kanten is bedekt met beschuitkruim!
Je kunt ook paneermeel gebruiken of de cordon bleu ongepaneerd laten.
7. De cordon bleu gaar bakken
Verhit wat boter in een koekenpan en bak de cordon bleu op half hoog vuur aan beide kanten bruin en gaar in ongeveer 10 minuten (5 minuten per kant). Lekker met sla en gekookte aardappelen.
Bak het vlees meteen na het paneren, omdat het anders klef wordt!