1. De voorbereiding
Leg de runderlapjes een half uur voor het bakken uit de koelkast, zodat het vlees op temperatuur kan komen. Pel de uien en snijd ze in grove stukken.
2. Het vlees aanbakken
Bestrooi de runderlapjes met peper. Giet de Croma in een braadpan en wacht tot deze bruin kleurt. Leg nu de runderlapjes in de pan en bak het vlees aan beide kanten kort aan.
Dep de runderlapjes voordat je ze kruidt, een beetje droog met keukenpapier.
3. Ui en tomatenpuree toevoegen
Zet het vuur wat lager, doe de uien in de pan en laat ze een paar minuutjes meebakken, tot ze zacht en glazig zijn. Schep de tomatenpuree door het braadvet en doe het laurierblaadje erbij.
4. De bouillon toevoegen
Giet de bouillon in de pan, zodat het vlees net onderstaat. Voeg de mosterd toe en breng de bouillon tegen de kook aan. Als de mosterd en de tomatenpuree volledig zijn opgelost en alle ingrediënten zich mooi hebben vermengd, draai dan het vuur op zijn laagst.
Stem de hoeveelheid mosterd af op de scherpte van de mosterd en op wat je lekker vindt.
Vervang de bouillon eens door wijn, bier of cider. De alcohol verdampt snel, maar de bijzondere smaak blijft.
5. Het vlees gaar stoven
Leg het deksel zo op de pan, dat er een kiertje open blijft en laat het vlees op het allerlaagste vuur in twee uur gaar stoven. Roer er halverwege het stoven een keertje doorheen.
Stoof het vlees niet te lang, want dan loop je de kans dat alle smaak van het vlees in de jus trekt en het vlees te droog wordt!
Doordat het deksel niet helemaal op de pan ligt, kan het vocht verdampen en de saus indikken.
Gebruik zo nodig een vlamverdeler.
6. De sudderlapjes serveren
Leg de sudderlapjes ieder op een bord en schep er een beetje jus op. Lekker met vers gekookte groenten (bijvoorbeeld sperzieboontjes) en aardappelen.
Ook lekker bij dit stoofvlees zijn gebakken rijst en een mix van worteltjes, maïs en doperwtjes.