In plaats van marsepein kun je ook fondant gebruiken. De werkwijze blijft dan hetzelfde.
De lengte en breedte van de repen marsepein kun je natuurlijk aanpassen, al naargelang je een grotere of kleinere strik wilt maken.
3. De lussen van de strik maken
Pak één van de korte reepjes marsepein en vouw deze dubbel tot een mooie, bolle lus. Pak de onderkant van de lus tussen je duim en wijsvinger en druk de zijkanten voorzichtig naar elkaar toe, zodat er een soort van plooi ontstaat. Nadat je de plooi hebt gemaakt snijd je de samengeknepen onderkant van de lus af. Zorg daarbij wel dat de lus bol blijft staan.
Maak hierna op dezelfde manier van het andere korte reepje marsepein een tweede lus.
4. De marsepein strik maken
Pak de overgebleven reep marsepein en snijd die doormidden, waarna je weer 2 kortere repen overhoudt. Halveer daarna een van deze repen in de lengte tot 2 smalle reepjes marsepein. Leg de twee lussen met de uiteinden tegen elkaar aan en druk ze iets boller. Neem een smal reepje marsepein en vouw dit om het midden van de strik, waar de lussen tegen elkaar aan liggen, heen. Snijd de overtollige marsepein daarna weg. Hiermee is de bovenkant van je marsepein strik nu klaar.
5. Linten van marsepein aan de strik maken
Het enige dat je nu nog hoeft te doen is 2 linten maken voor aan de strik. Pak hiervoor de overgebleven brede reep marsepein. Snijd de reep iets smaller en daarna doormidden. Snijd aan het uiteinde van ieder reepje een driehoekje marsepein weg of snijd de onderkant schuin af. Leg daarna de marsepein linten in een V vorm naast elkaar en leg de strik er bovenop. Je strik van marsepein of fondant is nu klaar om je taart mee te decoreren.