1. De boedelbak controleren
Controleer of de bak geen schade heeft. Controleer ook de oplooprem, die moet zich moeilijk laten indrukken of zelfs helemaal niet. Is alles oké, bevestig dan je kentekenplaat achter op de boedelbak.
Vergeet niet je kentekenplaat mee te nemen.
2. De boedelbak aankoppelen
Rijd de auto achteruit tot deze ongeveer een meter voor de aanhanger staat. Haal de kar van de handrem en duw de kar naar de auto toe. Draai de wissel omhoog, tot de koppeling boven de trekhaak staat. Draai vervolgens de wissel weer terug, zodat de koppeling over de trekhaak valt. Als het pijltje op de koppeling naar het groene plusje wijst zit de koppeling vast.
In
deze instructievideo wordt stapsgewijs en duidelijk uitgelegd hoe je een aanhanger veilig kunt aankoppelen.
Controleer altijd extra of de aanhanger goed vast zit.
3. De stand van het neuswiel
Draai het neuswiel helemaal omhoog.
4. De losbreekkabel bevestigen
Maak de losbreekkabel vast aan het oog op de trekhaak. Deze kabel zorgt ervoor dat als de kar los komt van de trekhaak, hij geremd wordt. Erg belangrijk dus.
5. De stroomkabel aansluiten
Sluit de stroomkabel aan tussen de bak en de auto. Doe het licht van de auto aan en controleer de verlichting en het alarmlicht van de aanhanger. Controleer één voor één de richtingaanwijzers, dus links en rechts apart.
Pas op dat de stroomkabel niet over de grond sleept.
Controleer of de kabels genoeg speling hebben, om niet strak te trekken in de bocht.
6. Bochten
Neem bij het rijden met een aanhanger een bocht altijd zo ruim mogelijk.
7. Achteruit linksom de oprit oprijden
Zorg dat de auto recht voor de bak staat en de auto met de bak niet te dicht langs de stoeprand. Rijd recht achteruit totdat de banden van de bak ongeveer 2 meter van de bocht af zijn. Draai nu heel rustig het stuur iets meer dan een kwartslag naar rechts (tegensturen) om de aanhanger langzaam, in een bocht naar links, de oprit op te draaien. Is de aanhanger halverwege ingedraaid, draai dan het stuur helemaal terug naar links, zodat de auto en de bak weer recht voor elkaar komen te staan en je in beide achteruitkijkspiegels de bak weer kunt zien.
Draai het stuur niet te vroeg terug, want dan kan de aanhanger niet voldoende indraaien.
8. Achteruit in een rechtse bocht de oprit oprijden
Draai je de bak rechtsom de oprit op, draai dan het stuur een kwartslag naar links om de aanhanger in een bocht naar rechts in te draaien. Draai als de bak halverwege is ingedraaid, het stuur helemaal terug naar rechts.
Draai zo mogelijk de bak altijd linksom de oprit op, omdat dit het makkelijkst is. Als je de aanhanger via een linkse bocht de oprit opdraait kun je namelijk de bak tijdens het insturen in je buitenspiegel blijven volgen. Als je de bak rechtsom de oprit opdraait, heb je geen zicht op wat je bak doet.