1. De gardes, schaaltjes en kom ontvetten
Wrijf de gardes, de schaaltjes en de kom voor het eiwit goed in met een doormidden gesneden citroen. Wrijf daarna alles schoon en droog met een stuk keukenpapier.
Het is beter geen plastic kom te gebruiken om eiwitten stijf te kloppen! Omdat plastic poreus is, kun je het namelijk heel moeilijk vetvrij krijgen. Roestvrij staal, glas, aardewerk of porselein zijn in dit geval beter!
De gardes van de mixer en de kom voor de eiwitten moeten zorgvuldig worden ontvet, anders kan het eiwit nooit goed stevig worden geklopt!
2. De eieren splitsen
Splits de eieren één voor één heel voorzichtig boven een schaaltje en doe het eigeel in een apart schaaltje. Controleer of er geen eigeel bij het eiwit is gekomen en giet dan het eiwit uit het schaaltje in de schone, vetvrije kom. Splits pas daarna weer een volgend ei boven het schaaltje. Zo voorkom je dat als er iets fout gaat bij het splitsen je niet al het eiwit hoeft weg te gooien.
Zorg dat er geen eigeel bij het eiwit komt, anders wordt het eiwit nooit mooi stijf!
Het is belangrijk dat de eieren op kamertemperatuur zijn! Als de eieren te koud zijn kan er minder makkelijk lucht in worden geklopt en zal het eiwit nooit het maximale volume halen!
3. De eiwitten stijf kloppen
Voeg een theelepel azijn of citroensap toe aan de eiwitten en klop met de mixer in de hoogste stand de eiwitten stijf met zachte, witte pieken.
4. De suiker toevoegen
Voeg al kloppende heel rustig de suiker lepel voor lepel toe aan het eiwit. Zorg dat de suiker volledig door het eiwit is opgenomen voordat je weer een volgende lepel suiker toevoegt. Blijf kloppen tot alle suiker is opgenomen en de schuimmassa glanzend en stevig van structuur is.
Als je basterdsuiker gebruikt zeef dan wel eerst de klontjes eruit!
Verwerk nadat het schuim klaar is dit zo snel mogelijk, omdat er anders volume verloren kan gaan!
5. Het eiwitschuim op de bakplaat scheppen
Bekleed de bakplaat met bakpapier en schep het eiwitschuim op de bakplaat. Schep voor één grote meringue het schuim in een grote, nonchalante vorm op de bakplaat of maak kleine bergjes eiwitschuim voor meerdere kleine meringues.
6. Een taartbodem spuiten
Teken op het bakpapier een cirkel van het gewenste formaat of gebruik de ring van een springvorm als mal. Spuit met behulp van een spuitzak van het schuim in spiraalvorm een taartbodem.
7. Het schuim laten drogen
Zet het schuim in een oven van 120 graden en laat het drogen. Een grote meringue in ca. 1,5 uur, de kleinere meringues iets korter.
Meringue moet meer drogen dan bakken, zo blijft het schuim mooi licht van kleur. De buitenkant is dan krokant en de binnenkant nog een beetje zacht.
Wil je de meringues helemaal krokant laten worden zet het schuim dan 4 uur in een oven van 90 graden.