1. Het deeg maken
Doe het meel met 1 eetlepel zout in een kom. Meng al roerende zoveel water door de massa dat er geen droog meel meer in de kom over is. Kneed hiervan een samenhangend deeg. Vorm van het deeg een bal en laat het deeg in de kom ongeveer 10 minuten rusten.
2. Het deeg uitrollen
Kneed de deegbal na het rusten nog een keer goed door. Bestuif het werkblad, de deegrol en het deeg dun met meel. Rol het deeg met een deegrol uit tot een ronde lap ter grootte van een pizza, ca 1 cm dik.
Druk bij het uitrollen het deeg stevig aan.
Je kunt voor het uitrollen van het deeg een turkse deegroller (oklava) of een gewone deegrol gebruiken. Heb je geen van beide, dan kun je ook een fles gebruiken. Deze dan net als de deegroller even met meel bestuiven.
3. Het deeg in repen snijden
Snij de de deeglap doormidden en snij van iedere helft dunne repen van ca. 1 cm breed.
4. De repen deeg uitrollen
Bestuif het werkblad opnieuw met bloem en rol de repen deeg uit tot lange slierten.
5. De slierten in erwten snijden
Bestuif de slierten deeg licht met bloem en snijd hierna de slierten in kleine stukjes ter grootte van een erwt.
Zorg dat de erwten niet aan elkaar plakken!
6. De erwtennoedels koken
Breng een ruime hoeveelheid water met 2 eetlepels zout aan de kook. Voeg 2 eetlepels zonnebloemolie toe en doe de koko in de pan. Breng het water opnieuw aan de kook en laat de koko 30 minuten koken.
7. De koko laten uitlekken
Schep de koko met een schuimspaan uit de pan en laat ze in een vergiet uitlekken.
8. De kaas fijnprakken
Smelt de boter en prak de kaas met een vork fijn.
9. De koko bakken
Schep de helft van de koko in een koekenpan en strooi er de helft van de verkruimelde kaas over. Schep de andere helft van de koko bovenop op de kaas en strooi er de rest van de kaas over. Schenk er tot slot de gesmolten boter over. Doe een deksel op de pan en laat de koko op laag vuur 30 minuten bakken.
Afiyet olsun!