1. Opmeten
Begin met het opmeten van de ruimte.
2. Egaliseren
Sommige vloeren moeten eerst geëgaliseerd worden. Gebruik verder altijd een vocht- en warmte-isolerende ondervloer. Bevestig de stroken van de ondervloer aan elkaar met aluminiumtape.
Let op dat je de ondervloer bij de buitenrand een centimeter er bovenuit laat steken.
3. De eerste lamel
Teken het laminaat af op eenderde van de lengte voor een rustig patroon. Als je met een decoupeerzaag zaagt, teken dan af op de achterkant van het laminaat. Gebruik je een gewone zaag dan kun je op de voorkant aftekenen.
Laat het laminaat in de gesloten verpakking minimaal 48 uur van tevoren acclimatiseren.
4. Afstand tot de muur bepalen
Plaats de afstandhouders tussen de lamel en de wand. Zorg ervoor dat de MDF-lip in de juiste richting wijst. Het is het handigst om het laminaat in een hoek van 45 graden erin te klikken. De laatste lamel draai je in de lengterichting en teken je zorgvuldig af. Vergeet daarbij niet om de afstandhouder te plaatsen.
De eerste twee banen zijn het meest kritisch. Liggen die goed, dan komt de rest ook goed. Is de wand niet helemaal recht, dan los je dit op door middel van extra afstandhouders.
Wil je de vloer leggen in aansluitende ruimtes, zorg dan dat je begint in het smalste stuk.
5. Het zagen van de andere lamel
Maak de lamel op maat door deze op zijn kop exact op de laatst gelegde lamel te leggen. Plaats een andere lamel bovenop de op maat te snijden lamel. Leg de bovenste lamel tegen de wand aan. Teken de lamel eronder nu af en zaag deze op maat. Snijd het overtollige folie tenslotte weg.
6. Scheve hoeken
Indien een hoek niet haaks is, gebruik dan een zwaaihaak. Schroef deze vast, leg hem op het laminaat en teken het laminaat af. Voor obstakels zoals een verwarmingsbuis kun je een profielmal gebruiken. Teken het laminaat hiermee af en reken daarbij een extra centimeter uitsparing. Lijm de twee doormidden gesneden lamellen na bewerking weer tegen elkaar aan en werk het geheel af.
Schoonhouden van de vloer doe je met een licht vochtige doek. Maak de doek niet té vochtig, daar kan het laminaat niet tegen. Is het laminaat echt smerig, gebruik dan speciaal reinigingsmiddel voor laminaat. Voorzie tafels en stoeltjes van antikrasvilt.