1. Tuingrond afgraven
Bepaal de plaats, lengte en breedte van het pad en zet met latjes de contouren uit. Graaf het te bestraten deel minimaal 20 cm diep uit. Plaats daarna de eerste boordsteen.
De boordstenen zorgen ervoor dat de fundering niet wordt weggedrukt en dat de klinkers niet gaan schuiven.
Denk goed na over de afmeting van je pad of oprit. Een tuinpad is over het algemeen minimaal 90 cm breed.
2. Hellingsgraad
Sla in de lengterichting van het pad paaltjes in de grond en bepaal de hoogte. Span op deze hoogte, met verval, een touw tussen de paaltjes. Een goed verval voor afwatering is 1 tot 2 cm per meter. Controleer dit met een waterpas.
Voor een goede afwatering moet je zorgen voor een hellingsgraad!
3. Overige boordstenen plaatsen
Als de hoogte is uitgezet, graaf je de boordstenen in met de bovenkant precies tegen het gespannen touw. Druk de stenen na het plaatsen aan met een rubberhamer.
Het is belangrijk dat boordstenen die elkaar raken, een rechte hoek vormen!
Leg voordat je de tegenoverliggende rij boordstenen plaatst eerst een rij klinkers. Zo kun je exact bepalen hoe ver de boordstenen uit elkaar moeten komen en onnodig slijpwerk achteraf, voorkomen!
4. Fundering, eerste laag
De fundering moet ongeveer 15 cm dik zijn en bestaat uit twee lagen. Stort als eerste laag het steenpuin en verdeel dit met een hark gelijkmatig over de afgegraven grond.
Door het steenpuin, voordat je het zand aanbrengt, af te dekken met worteldoek, kun je voorkomen dat er later onkruid tussen de tegels doorgroeit.
5. Tweede laag
De tweede laag is een stabilisatielaag die bestaat uit zand en cement. Meng hiervoor 1 deel cement met 7 delen zand. Dit kun je met de hand doen of, als je daarover beschikt, in een betonmolen. Vul het uitgegraven deel verder op met de stabilisatielaag en verdeel deze met de hark gelijkmatig over de eerste laag.
Klinkers vereisen een effen en stabiele ondergrond!
6. Overtollig zand afreien (video 3.15 – 4.00)
Start bij het hoogste punt, zodat je al het zand gelijkmatig kunt verdelen en strijk met een reilat het zand vlak. Je kunt dit doen met behulp van twee houten latten van gelijke dikte (paslatten) die de helling van het pad volgen. Leg de paslatten evenwijdig aan de boordstenen in het zand, trek de reilat over de paslatten en schuif het overtollige zand naar beneden toe weg (afreien). Herhaal dit tot het eind van het pad.
Contoleer bij het afreien, de helling van het pad met een waterpas!
Bestrating moet altijd onder afschot gelegd worden om te zorgen dat het water goed weg kan lopen. Daarom moet het zandbed iets schuin worden afgevlakt!
In plaats van een reilat kun je ook gewoon een lange lat nemen.
7. Klinkers leggen
Als je ervoor kiest om de klinkers in halfsteens verband te leggen, zoals in de video, slijp dan de klinkers in tweeën.
Je kunt ook kiezen voor een blok-, visgraat- of keperverband. Blokverband is echter voor een oprit minder geschikt. In een keperverband komen ronde en golvende belijningen mooi tot hun recht.
8. Leggen in halfsteens verband
Begin vanaf de kant met het leggen van een hele klinker en leg de eerste rij met om en om een hele klinker en een halve klinker. Tik met een rubberhamer de klinkers stevig aan, zodat ze goed vast zitten. Leg daarna de volgende rijen met alleen halve klinkers, die gewoon aansluiten.
Begin met het leggen altijd vanaf de kant!
9. Uittrillen pad
Leg een plank op de klinkers en loop zachtjes stampend een paar keer over de plank heen en weer. Herhaal dit tot je alle klinkers hebt aangestampt. Klop daarna met een balk de klinkers nog een beetje aan.
Je kunt natuurlijk ook gebruik maken van een elektrische trilmachine, te huur bij de bouwmarkt.
10. Voegen vullen
Vul de voegen van het pad op met fijn wit zand tot ze volledig gevuld zijn en veeg het straatwerk daarna goed in. Herhaal dit na een paar dagen en laat het zand minimaal een week liggen.
Met wat water spoel je het zand makkelijk tussen de kieren.