1. De opzet van het spel
Schud de kaarten voordat je begint met het spelen van het spel. Daarna geeft een deler iedere speler een stapeltje kaarten. Deze speelkaarten worden met het logo naar boven gelegd, zodat je ze niet kan zien. Je mag ze ook niet bekijken! Deze stapel met speelkaarten wordt je “stok” genoemd. Om het Skip Bo spel te winnen, moet je al je kaarten in je stok zien kwijt te raken! Onder stap 7 kun je lezen hoe het spel begint en hoe alle speelkaarten komen te liggen.
2. Met hoeveel personen kun je Skip Bo spelen?
Je kunt het spel spelen met 2 tot en met 6 personen.
Heb je nog geen Skip Bo? Je kunt het spel ook kopen bij
Bol.com.
3. Wat zijn bij Skip Bo de spelregels met 2 spelers?
De regels voor Skip Bo zijn gelijk voor zowel 2 spelers als 6 spelers. Wel zo gemakkelijk dus. Hoe de regels luiden en hoe je het spel speelt, vind je in onderstaande handleiding.
4. Uit hoeveel kaarten bestaat je stok?
Speel je met 2 tot 4 spelers, dan heb je 30 kaarten in je stok.
Speel je met 5 of 6 spelers, dan heb je 20 kaarten in je stok.
Wil je een korter spel spelen, dan kun je minder kaarten in je stok doen. Speel je bijvoorbeeld met jonge kinderen, dan kun je 10 tot 15 kaarten nemen.
Bij dit spel werk je met verschillende stapels kaarten. De stok, pot, bouwstapels en weggooistapels. Deze stapels zullen verderop worden toegelicht.
5. De pot neerleggen
De rest van de kaarten is de “pot”. De pot ligt ook met het logo naar boven net uit het midden op de tafel. Naast de pot is plek voor 4 stapels met wat ze in het spel “bouwstapels” noemen. In de volgende stap worden de bouwstapels toegelicht.
6. Wat zijn bouwstapels?
Bouwstapels bestaan uit stapels van kaarten met de cijfers 1 tot en met 12. Ze moeten tijdens het spelen van het spel op volgorde bovenop elkaar worden gelegd. Er moet dus altijd begonnen worden met een 1. Daar bovenop leg je een 2. Daarop moet een 3 worden gelegd, enzovoorts. Zodra er een 12 op is gelegd, wordt deze bouwstapel opzij gelegd.
Daarna moet er dus weer een nieuwe bouwstapel worden gelegd, te beginnen met 1, daarna een 2, enzovoorts. Totdat zich weer een nieuwe stapel heeft gevormd.
Begin je met spelen, dan moeten de bouwstapels zich nog vormen (steeds wanneer iemand een 1 kan leggen als begin van een stapel). Ze bouwen zich dus op gedurende de eerste speelrondes.
Leg een volledige bouwstapel (1 t/m 12) niet te ver weg en houd ze netjes bij elkaar; als de kaarten van de pot op zijn dan worden deze speelkaarten namelijk weer geschud en gebruikt als nieuwe pot.
7. Hoe begint het Skip Bo spel?
Iedereen draait de bovenste kaart van zijn stok om en legt die (met het cijfer naar boven) bovenop de stok. Je mag niet verder kijken in de stapel en ook niet schudden of ruilen.
Daarna mag de jongste speler beginnen. Deze speler pakt 5 kaarten van de pot. De speler houdt deze speelkaarten in zijn hand (zonder dat de overige spelers de kaarten kunnen zien).
Vervolgens gaat deze speler eerst kijken of hij de bovenste kaart van zijn stok kwijt kan op een plek van de bouwstapels (of dat hij een begin van een bouwstapel kan maken door een 1 te leggen). Als dit kan, draait de speler de volgende kaart om van zijn stok. Net zo lang tot diegene geen stokkaarten meer kan wegspelen.
Als de speler geen kaarten van zijn stok meer kwijt kan, dan kijkt de speler of hij/zij de kaarten in zijn hand kan wegspelen op de bouwstapels. Kun je tussendoor dan weer kaarten spelen van de stok dan is het aan te raden die te spelen (bijvoorbeeld: je had een 1 in je hand en een 2 op je stok, dan leg je eerst de 1 neer en daarna de 2 van je stok). Je wint het spel immers als je geen stok kaarten meer hebt.
Kun je niets meer wegspelen uit je hand of stok, dan leg je 1 kaart uit je hand weg op je eigen weggooistapel (zie de stap hieronder voor uitleg). Hierna is de volgende speler aan de beurt. Deze speler doet hetzelfde als de vorige speler.
8. Wat is de weggooistapel?
Iedere speler heeft 4 plekken bij zichzelf om kaarten op weg te leggen, de zogenaamde ‘weggooistapels’. Deze kaarten liggen met de cijfers naar boven en trapsgewijs, zodat je al je kaarten gewoon kan zien. Kaarten hoeven hier niet op volgorde te liggen.
Het is vaak handig om een zo hoog mogelijke kaart uit je hand weg te leggen op de weggooistapel. Je speelt de kaarten namelijk op volgorde weg. Dus als je op de weggooistapel een 11 hebt liggen met daarop een 10 en daarop een 9 en er komt een 8 op tafel te liggen, dan kun je meteen drie kaarten (9, 10, 11) wegspelen.
Leg kaarten met hetzelfde cijfer bij elkaar en leg ze neer op aflopende volgorde. Zo houd je goed overzicht.
Vanuit de weggooistapel mag je vanaf de 2e ronde ook spelen. Deze kaarten kunnen helpen om het spel te winnen. Bijvoorbeeld: je hebt een 12 op je stok liggen, een 10 in je hand, maar geen 11. Als je een 11 bovenop een weggooistapel hebt liggen, mag je deze kaart spelen. En zo speel je dan toch de 12 van je stok weg.
Je mag alleen de bovenste kaarten van je weggooistapels pakken! Niet ertussen uit en niet ruilen. Vandaar dat je ze handig moet wegleggen.
9. Iedereen is 1 keer geweest: vervolg van het spel
De speler die aan de beurt is, vult de kaarten in zijn hand aan tot 5 kaarten door kaarten te pakken van de pot; heb je 3 kaarten in je hand, dan pak je 2 kaarten van de pot, enzovoorts.
Nu mag je al je kaarten weg proberen te spelen (van je stok, uit je hand en van de weggooistapel). Vanaf deze ronde mag je dus ook de kaarten van je weggooistapel gebruiken. Zoals eerder aangegeven, mag je echter alleen de bovenste kaarten van de 4 stapels pakken.
Heb je alle 5 de speelkaarten uit je hand weggespeeld? Dan moet je 5 nieuwe kaarten van de pot pakken. En mag je nog steeds doorspelen.
Heb je een kaart in je hand die je ook op je stok hebt liggen? Dan is het meestal het verstandigst om de kaart van de stok eerst weg te spelen, want met een lege stok win je.
10. Wat als je geen kaart meer kwijt kunt?
Kun je tijdens je beurt geen kaart meer kwijt, dan leg je 1 kaart weg op de weggooistapel. En is de volgende speler aan de beurt. Deze speelt weer hetzelfde; de speler vult de kaarten in zijn hand aan en probeert zoveel mogelijk kaarten weg te spelen. Zodra de speler niet meer kan, legt deze een kaart uit de hand op een van de weggooistapels en is de volgende speler aan de beurt. Zo zet je het Skip Bo spel voort.
11. Wat doe je als je een Skip Bo kaart hebt?
Er zitten kaarten in het spel die ook aan de andere kant Skip Bo hebben staan, deze speelkaarten zijn een soort joker. Heb je deze kaart, dan mag je de speelkaart overal bovenop leggen. Het cijfer dat hij dan krijgt, blijft hij dan ook houden (dus leg je hem neer als 3, dan blijft hij voor de volgende speler ook een 3).
Je mag hem niet omruilen met een kaart met een cijfer, zoals bij andere spellen wel eens het geval is. Bij Skip Bo moet je deze kaart laten liggen.
12. Wanneer is Skip Bo afgelopen?
Wanneer een speler de kaarten van zijn stok heeft weggespeeld, is het Skip Bo spel afgelopen en heeft diegene gewonnen.
13. Winnaar bepalen bij het spelen van meerdere rondes
Speel je meerdere rondes? Dan kun je ook nog op een andere manier de eindwinnaar van het spel bepalen. Dit doe je door na elke ronde punten bij te houden. De winnaar van desbetreffende ronde krijgt voor elke kaart die de tegenstanders in hun stok hebben 5 punten. Plus 25 punten voor het winnen van de ronde. Degene die na alle rondes de meeste punten heeft, wint het Skip Bo spel.
14. Optionele spelregel: alternatieve optie door spelers bedacht
Je kunt ook een andere manier de eindwinnaar bepalen. Deze spelregels voor Skip Bo zijn bedacht door de spelers zelf.
Op elke kaart staat een cijfer. Tel alle cijfers van de stokkaarten op. De speler die na alle rondes het minste aantal punten heeft die wint het Skip Bo spel.
15. Hoeveel kaarten gebruik je bij Skip Bo?
Het spel heeft 162 kaarten. Het hangt van het aantal spelers af en hoe lang je wilt spelen, hoeveel kaarten je nodig hebt. De stokstapel aantallen en de aantallen in je hand zijn aantallen die vast staan. Hoeveel kaarten je nodig hebt voor de stok, lees je onder stap 2. Daarnaast heb je 5 kaarten in je hand. De rest van de kaarten wordt de pot. Bouwstapels en weggooistapels die kun je niet tellen; deze stapels vullen zich tijdens het spelen van Skip Bo.
16. Wat betekenen de kleuren van de kaarten?
Bij Skip Bo hebben de speelkaarten verschillende kleuren. Dit lijkt te zijn gedaan om het spel makkelijker te kunnen spelen. Je kunt zo namelijk op de bouwstapels zien of je lage cijfers of hoge cijfers aan het spelen bent. Ook zijn de 6 en 9 zo goed uit elkaar te houden.
Een overzicht van de cijfers en de kleuren van de speelkaarten:
- 1 tot en met 4 is blauw
- 5 tot en met 8 is groen
- 10 tot en met 12 is rood
- Skip-Bo (joker) oranje
Door de kleuren zijn de kaarten dus onderverdeeld. De kleuren hebben bij Skip Bo verder geen betekenis.
Wij wensen je veel plezier met het spelen van dit leuke gezelschapsspel!