Voor je begint met het Pesten is het verstandig om de regels af te spreken. Vooral omdat er veel variaties mogelijk zijn. Dit zorgt voor een gezellig spel, zonder discussies.
1. Pesten: het doel van het spel
Het doel van het kaartspel is om als eerste al je kaarten weg te spelen. Wie bij het pesten al zijn kaarten kwijt is, heeft gewonnen! Het spel bevat verschillende regels die het wegspelen van de kaarten moeilijk maken en waarmee je dus als het ware steeds "gepest" wordt.
2. De spelopzet
Om te beginnen heb je een volledig kaartspel nodig, dat bestaat uit 52 kaarten. Weet je niet hoe een kaartspel is opgebouwd? Lees dan de informatie hierover op
Wikipedia.
Schud alle kaarten en geef elke speler 7 kaarten. De rest van de kaarten is de "pot”. Leg de pot ondersteboven neer op het midden van de tafel. De persoon die geschud heeft draait de bovenste kaart van de stapel om en legt deze ernaast neer (met de beeldzijde naar boven). Dit is de startkaart. De startkaart mag geen pestkaart zijn (zie stap 5 wat de pestkaarten zijn). Is dit het wel, leg dan de volgende kaart erop. Net zo lang tot er geen pestkaart meer ligt. Je kunt dan beginnen met spelen.
Bij meer dan 4 spelers is het aan te raden nog een volledig kaartspel toe te voegen.
3. Begin van het spel
De speler die begint met spelen, legt nu een kaart bovenop de startkaart. Welke kaarten bij Pesten bovenop elkaar mogen worden gelegd kun je lezen onder stap 5 van deze handleiding. Kun je geen kaart leggen, dan pak je een kaart van de pot en is je beurt voorbij. Voor de volgende speler die aan de beurt is, gelden dezelfde regels.
4. Regels Pesten: wie begint er?
Bij de meeste kaartspellen begint de persoon die links naast de deler zit. Maar je kunt er ook voor kiezen om de jongste speler, de oudste speler of een jarige job bij een partijtje te laten beginnen. Spreek dit af aan het begin van het spel. Het spel begint altijd met de klok mee.
In de hiernavolgende stap van deze speluitleg wordt gesproken over 'soort'. Hiermee wordt de kaartsoort bedoeld (oftewel: het symbool dat op de speelkaart staat). In dit spel betekent dat harten, ruiten, klaveren of schoppen. Dit staat ook wel bekend als “kleur", maar omdat zowel harten als ruiten en schoppen als klaveren dezelfde kleur kunnen hebben, is er in deze handleiding gekozen voor het woord 'soort'.
5. Wat zijn de Pestkaarten en hoe gebruik je ze?
Hieronder wordt opgesomd welke kaarten een pestkaart zijn. Bij elke pestkaart wordt uitleg gegeven over de regels die gelden voor de kaart en wat de ezelsbruggetjes zijn om dit te onthouden.
Bij het spelen van deze kaart heb je drie opties. De 2 mag je leggen op zijn eigen soort of op de Joker of op een andere 2. Als je deze kaart neerlegt, moet de persoon die na jou is 2 kaarten pakken. Legt die persoon er een 2 bovenop, dan pakt de volgende speler 4 kaarten. En zo door.
Ook mag er bovenop een 2 een Joker worden gelegd. Dan tel je er 5 speelkaarten bij op. Je moet dan bijvoorbeeld dus 2+5 speelkaarten of 2+2+5 kaarten pakken.
Eindigt dit alles met een 2 bovenop, dan mag deze persoon na het pakken van de kaarten een kaart wegspelen in de soort van de 2.
Zeven kleven. Deze speelkaart mag alleen op zijn eigen soort of op een andere 7 worden gelegd. Heb je een 7 die je kunt wegspelen, dan mag je daarna nog een keer. Heb je geen 7 om mee te spelen, dan pak je een kaart van de pot.
Acht wacht. Deze speelkaart mag alleen op zijn eigen soort of op een andere 8 worden gelegd. Leg je een 8, dan moet de persoon naast jou een beurt overslaan. Speel je nog maar met zijn tweeën? Dan mag je nog een keer.
- Regels voor pestkaart 10:
De tien mag alleen op zijn eigen soort of op een andere tien worden gelegd. Heb je een speelkaart 10 om te spelen? Je hebt dan de keuze tussen 'Tien wasmachien’ en 'Tien kaarten zien'. Deze speelse varianten op het spel, zorgen voor wat extra reuring. Bij ‘tien wasmachien’ mag je iemand kiezen waarmee je al je kaarten ruilt. Dit hoeft niet. Dus heb je maar weinig speelkaarten over dan hoeft het niet. Maar heb je een hele stapel, dan is het natuurlijk extra leuk. Bij ‘Tien kaarten zien’, mag je iemand kiezen waar jij zijn speelkaarten van mag zien. Zo kun je deze persoon misschien wel extra pesten.
- Regels voor pestkaart Boer:
Boer aan het roer. De meningen zijn verdeeld of deze kaart alleen op zijn eigen soort mag (bijv. harten boer alleen op harten), of op alle kaarten (bijv. harten boer op een klaver kaart). Spreek deze regels dus samen af. Zeker met kinderen is het aan te raden dat de boer op alle kaarten gelegd mag worden, dat maakt het wel zo leuk en makkelijk.
Heb je een speelkaart met een boer? Met de boer mag je de soort laten veranderen en bepalen welke soort het wordt.
- Regels voor pestkaart Aas:
De Aas mag alleen op zijn eigen soort of op een andere Aas worden gelegd. Leg je een Aas neer, dan draait de richting waarin je speelt. Voor kinderen is het soms handig om een blaadje te nemen en op de bovenkant een pijl met de klok mee te tekenen en op de onderkant een pijl tegen de klok in. Draai het blaadje om als de richting verandert.
- Regels voor de Joker bij het Pesten:
De Joker mag op alle soorten kaarten worden gelegd. Als een persoon de Joker neerlegt, moet de persoon die na hem aan de beurt is 5 kaarten pakken. Legt de volgende er ook een Joker op, dan mag de persoon na hem 10 kaarten pakken. En zo tel je door. Ook mag er op een Joker een 2 gelegd worden. Dan tel je er 2 bij op (het wordt dan bijvoorbeeld 5+2 speelkaarten die de volgende speler moet pakken). Eindigt het met een Joker, dan mag de persoon die de kaarten van de pot moest pakken, kiezen welk soort het wordt. Deze speler mag vervolgens geen kaart meer neerleggen.
6. Uitleg van overige kaarten in het spel
Er zijn dus ook kaarten die je speelt zonder dat er wat gebeurt en waarmee je elkaar niet kunt Pesten. Dit zijn de 1, 3, 4, 5, 6, 9, Vrouw/Koningin en de Heer/Koning. Deze kaarten mogen alleen op hun eigen soort of op hun eigen getal/plaatje worden gelegd (bijvoorbeeld harten op harten, 3 op 3, Vrouw op Vrouw).
Deze speelkaarten zijn ook de kaarten waarmee je moet eindigen om het spel te kunnen winnen - eindig je met een pestkaart dan moet je namelijk steeds weer verder spelen (zie ook de uitleg bij stap 10).
7. De kaarten raken op: wat nu?
Raakt de pot op, dan kunnen de gespeelde kaarten die naast de pot liggen geschud worden en onder de stapel van de pot worden gelegd. De laatst gespeelde kaart blijft wel altijd op tafel liggen.
8. Wat als je bij Pesten geen kaart kunt spelen?
Ben je aan de beurt en heb je geen kaart die je kunt spelen? Dan pak je een kaart van de pot.
Spreek van tevoren bij de onderlinge regels af of je deze kaart dan nog mag spelen, of dat daarna je beurt voorbij is.
9. Laatste kaart bij het Pesten
Wat doe je bij je laatste kaart? Als je nog maar 1 kaart over hebt, klop je op de tafel of roep je “Laatste kaart”. Doe je dit niet, dan moet je 5 kaarten van de pot pakken.
10. Wat doe je als je eindigt met een pestkaart?
Je mag bij het Pesten ook niet eindigen met een pestkaart. Gebeurt dit wel, dan moet je ook nu 5 kaarten van de pot pakken.
11. Wanneer eindigt het spel?
Het Pesten eindigt als iemand al zijn kaarten volgens de regels heeft weggespeeld. Diegene heeft dus gewonnen. Je kunt er daarna voor kiezen om van de overige spelers de kaarten te tellen. Wie de meeste punten heeft, verliest. In de volgende stap kun je lezen welke waarde elke speelkaart heeft.
12. Waarde van de speelkaarten
De cijferkaarten hebben de waarde van de cijfers die op de kaarten worden aangegeven (dus 2 is 2 punten, 5 is 5 punten, enzovoorts). De Boer, Koningin/Vrouw en Koning/Heer zijn ieder 10 punten waard. De Aas is 11 punten waard. De Joker is 5 punten waard.
13. Winnaar bepalen bij meerdere potjes
Speel je meerdere potjes, dan kun je de punten na elk potje bij elkaar optellen om een winnaar te bepalen. Degene met in totaal de minste punten, is bij Pesten de winnaar.
Veel speelplezier! We hopen dat deze regels voor het pesten je op weg hebben geholpen.