1. Welk type autostoel?
Neem je een kind mee in je auto, dan is het In Nederland verplicht om kinderen tot 1.35 meter lang in een kinderzitje te vervoeren. Er bestaan hiervoor verschillende autostoeltjes zoals het babystoeltje, het peuterstoeltje en de kinderautostoel. De keuze van het autostoeltje is afhankelijk van het gewicht en de lichaamslengte van je kind. Alleen autostoeltjes met een Europees keurmerk zoals ECE/R44 of R129 mogen worden gebruikt. Op het goedkeuringslabel staat vermeld voor welk gewicht en lengte het stoeltje geschikt is.
2. Autostoeltjes met het ECE/R44 keurmerk
Een autostoeltje voorzien van het keurmerk ECE/R44. kun je gebruiken voor baby’s tot 13 kilogram. Er bestaan babystoeltjes die je kunt vastzetten met behulp van een autogordel, maar ook stoeltjes die je met een zogenaamd basisframe bevestigt.
Je kunt ook kiezen voor een i-Size autostoel waarbij de lengte en leeftijd van het kind bepalend zijn en die je kunt bevestigen met het Isofix systeem.
3. Je kind in de babyautostoel vervoeren
Heeft het babystoeltje een draagbeugel, kijk dan even in de gebruiksaanwijzing of deze beugel wel of juist niet rechtop moet staan. Plaats het stoeltje altijd tegen de rijrichting in, zodat ook het relatief zware hoofdje van je kind voldoende wordt ondersteund. De meest veilige plek om je baby te vervoeren is de achterbank. Kies je toch liever voor de voorbank, schakel dan eerst de passagiersairbag uit.
Zorg dat de stoelriemen niet gedraaid zitten en span ze goed aan. Let erop dat je bij het vastmaken van de riempjes een duidelijk klikgeluid hoort.
Zet altijd je airbag uit als je een kind op de voorstoel vervoert!
Als in een babyautostoel de beentjes van je kind uitsteken is dat niet erg. Je kunt het stoeltje gewoon blijven gebruiken tot de aangegeven criteria voor een volgend stoeltje.
4. I-Size autostoel
Als je baby met het hoofdje boven het babystoeltje uitsteekt en/of zwaarder weegt dan 13 kilogram, dan is je kind toe aan een peuterstoeltje.
Een peuterstoeltje kun je vastzetten met behulp van de autogordel. Heb je een i-size stoeltje dan bevestig je het stoeltje door middel van het Isofix systeem. Dit systeem is makkelijk in gebruik en heeft als voordeel dat je het stoeltje met twee vaste bevestigingspunten in de achterbank en één op de grond rechtstreeks aan de auto bevestigt.
Bij alle andere systemen moet je zelf het stoeltje stevig vastzetten.
Vergeet bij een Isofix-aansluiting niet het derde bevestigingspunt. Dit is een poot die vóór de stoel op de grond leunt of een band die over de rugleuning naar achteren loopt.
5. Een zitverhoger
Bij een gewicht vanaf 18 kilogram kun je een zitverhoger voor je kind gaan gebruiken. Kies een zitverhoger met rugleuning, die ook zijdelings voldoende steun biedt. Hierin zit je kind het veiligst. Pas het zitje aan op de lengte van je kind. Zet zo mogelijk de autogordels in de laagste stand en trek de gordels stevig aan. Mocht bij de bevestiging van het zitje de hoofdsteun van de auto in de weg zitten, draai dan de hoofdsteun om.
Lees voordat je een autostoeltje gaat monteren niet alleen de handleiding van het stoeltje maar ook altijd de handleiding van je auto. Er bestaan auto’s waarbij je bijvoorbeeld middenachter geen zitje mag monteren.
6. De gewone autogordel
Is je kind langer dan 1,35 meter (leeftijd acht à negen jaar) dan kan het gebruik maken van de gewone autogordel. In de meeste auto’s past een kind van 1,35 meter echter vaak nog niet goed in de gewone gordels, dus controleer altijd of de gordel wel goed zit.
7. Controleren of de gordel goed zit
Laat je kind op de stoel zitten met de gordel om. Het kind moet de knieën goed over de zitting kunnen buigen, terwijl de billen tegen de rugleuning zitten. De gordel moet over het midden van het sleutelbeen en strak over de heupen of bovenbenen lopen. De heupgordel mag niet onder de buik lopen. Zit de gordel niet helemaal goed, gebruik dan nog even de zitverhoger - eventueel zonder rugleuning.
Gebruik geen gordelgeleider, deze is niet toegestaan!
Laat het diagonale deel van de gordel nooit achter de rug langs lopen, dit is verboden en onveilig.