1. Je auto waterpas neerzetten
Zorg dat je auto zo vlak mogelijk (waterpas) staat, bij voorkeur op een egale ondergrond.
2. De motorkap openen
Om de koelvloeistof te kunnen controleren moet je eerst de motorkap openen. Meestal gaat deze vanaf de voorkant open. In het instructieboekje kun je vinden waar de ontgrendeling zit.
Vaak is de motorkap extra beveiligd met een windhaak!
3. Waar zit het koelvloeistofreservoir?
De meeste auto’s hebben voor het koelvloeistofsysteem een los vat als reservoir, maar er zijn ook auto’s waar het reservoir bij de radiateur zit. Raadpleeg daarom altijd het instructieboekje om de juiste locatie van het koelvloeistofreservoir te vinden. De vorm en grootte van de reservoirs kan per type auto verschillen.
4. Het koelvloeistofpeil controleren
Het koelvloeistofpeil van je auto controleer je aan de hand van de minimum- en maximum indicatiestreepjes op het transparante expansievat. Staat het koelvloeistof peil onder het minimum, dan moet je de koelvloeistof bijvullen.
Voer de controle regelmatig -bij voorkeur iedere maand- uit, bijvoorbeeld tegelijk met het controleren van het oliepeil. Controleer ook altijd de koelvloeistof voordat je aan een lange (vakantie)rit begint.
5. De motor laten afkoelen
Is de motor nog warm? Dan kun je deze niet direct bijvullen. Vul de vloeistof bij voorkeur altijd pas bij als de motor koud is, dat wil zeggen als de auto minimaal 12 uur heeft stil gestaan. Is dit niet mogelijk, bijvoorbeeld als je onderweg bent, laat de auto dan nadat je de motor hebt uitgezet, minimaal 15 minuten afkoelen.
Heeft je auto nog een warme motor, wanneer je de koelvloeistof wilt bijvullen? Wees dan bij het controleren heel erg voorzichtig! Bij het openen kan de warme koelvloeistof eruit spuiten. Verkeerd handelen kan in zo’n geval ernstige brandwonden opleveren!
6. Welke koelvloeistof gebruiken?
De code op de koelvloeistofverpakking moet overeenkomen met de code uit het instructieboekje. In noodgevallen, als je helemaal geen koelvloeistof bij de hand hebt, mag je bijvullen met kraanwater. Ga daarna wel zo snel mogelijk langs de garage om het water te laten vervangen door de juiste koelvloeistof. Dit om schade te voorkomen.
Het is belangrijk de juiste, aanbevolen koelvloeistof te gebruiken! Weet je niet zeker welke koelvloeistof je nodig hebt, vraag dit dan na bij een garage.
Alleen in noodgevallen de koelvloeistof bijvullen met water.
Gebruik vooral in de winter koelvloeistof met antivries, om te voorkomen dat de motor bevriest.
7. Koelvloeistof bijvullen
Gebruik een wat dikkere doek, om je handen te beschermen tegen eventueel heet water. Draai hiermee de dop van het reservoir voorzichtig los en laat de druk ontsnappen. Draai daarna de dop helemaal van het reservoir af. Zet een trechter op het koelvloeistofreservoir en vul de koelvloeistof van je auto aan. Sluit het reservoir na het bijvullen weer af door de dop er stevig op te draaien. De dop zit goed vast wanneer je een klik hoort.
De ANWB kan je altijd verder helpen als je aanvullende vragen hebt.
Als de koelvloeistof vaak bijgevuld moet worden is er waarschijnlijk sprake van lekkage. Laat dit dan controleren bij de garage.
Oude koelvloeistof kun je inleveren bij de Milieustraat.