1. Deeg maken
Meng in een ruime kom de bloem met de suiker en het zout. Los de gist op in lauwwarme melk en meng het gistpapje met de bloem. Roer of mix alles tot een glad deeg. Plaats de kom met het deeg daarna 15 minuten in de koelkast.
2. Boter toevoegen
Snijd de koude boter in blokjes. Haal het deeg uit de koelkast, voeg de boter toe in de kom en kneed de boter kort, maar goed, door het deeg.
Er mogen best nog wel wat boterblokjes zichtbaar zijn, maar zorg wel dat de boter goed gemengd is met het deeg!
3. Deeg kneden
Kneed van het deeg een stevige deegbal en pak deze in plasticfolie. Laat daarna de deegbal 3 uur rusten in de koelkast.
4. Deeg uitrollen
Bestuif het werkblad met bloem en rol het deeg uit tot een rechthoek van ongeveer 25 cm bij 50 cm. Vouw de deeglap van rechts naar links in drieën, waarna je het gevouwen deeg 90 graden draait. Rol het deeg opnieuw uit en vouw het weer in drieën. Herhaal dit nog driemaal.
Zorg dat je het gevouwen deeg iedere keer 90 graden draait, alvorens het opnieuw uit te rollen!
In plaats van een deegroller kun je ook een fles, gevuld met koud water, gebruiken.
5. Deeg weer laten rusten
Pak na de laatste keer uitrollen het gevouwen deeg weer in plasticfolie en laat het nog 30 minuten rusten in de koelkast.
6. Cirkels uitsteken
Haal het deeg uit de koelkast en rol het uit tot een plak van ongeveer 4 mm dik. Steek met de grote uitsteekvorm cirkels uit het deeg en leg telkens drie cirkels op elkaar. Steek met de kleine uitsteekvorm of appelboor uit de gestapelde deegcirkels, een ‘donut-gat’. Laat de deegcirkels daarna even rijzen op een warme plaats.
Heb je weinig tijd, of vind je het te veel gedoe om zelf deeg te maken, kijk dan op deze site naar onze instructie ‘Cronuts maken doe je zo! Snel klaar recept.’
7. Vulling: eierdooiers met suiker kloppen
Klop in een pan de eierdooiers met de suiker tot een glad geheel. Zeef de maïzena bij het mengsel en meng alles goed door elkaar.
8. Melk toevoegen
Doe de melk met de vanillesuiker in de pan en breng dit aan de kook. Giet daarna de warme melk bij het eimengsel en verwarm dit al roerende, tot een dikke massa. Laat de vulling daarna snel afkoelen in de koelkast of diepvriezer.
Laat de melk met de vanillesuiker niet doorkoken!
Laat je de vulling afkoelen in de diepvriezer, houd dan wel de tijd in de gaten, zodat de vulling niet bevriest!
9. Suiker/citroenrasp mengsel maken
Rasp een stukje schil van de citroen en meng hiervan twee theelepels met 50 gram basterdsuiker.
10. Glazuur maken
Pers de citroen uit en voeg het sap toe aan de poedersuiker. Roer de suiker met het sap tot een gladde massa.
Is het glazuur te dun, voeg dan nog wat poedersuiker toe; is het te dik voeg dan een druppel water toe.
11. Cronuts bakken
Verhit de olie in een steelpan tot 160 graden. Draai het vuur iets lager, leg de cronuts in de olie en bak maximaal 2 cronuts tegelijk in ongeveer 1,5 minuut rondom goudbruin. Haal de cronuts uit de olie en dompel de onderkant in het mengsel van basterdsuiker en citroenrasp.
Je kunt de cronuts ook in een frituurpan bakken.
12. Cronuts vullen
Halveer de cronuts en schep op de onderste helft een laag vulling. Leg de bovenste helft op de vulling en laat de cronuts afkoelen. Bedek daarna de bovenkant met een laag citroen-glazuur.
Gebruik niet té veel vulling. De cronut moet wel goed eetbaar blijven!
De vulling en het glazuur kun je naar eigen smaak aanpassen. Denk daarbij eens aan bosbessenvulling, pudding, jam, slagroom, gesmolten chocolade, e.d.
Je kunt de cronuts feestelijk decoreren met bijvoorbeeld gekleurde spikkels, hagelslag, kaneelsuiker (kristalsuiker gemengd met kaneelpoeder) of slagroom.