1. Een draadeinde afmeten
Pak de draad van de kluwen en meet een stuk draadeinde af ongeveer zo lang als je breinaald. Je kunt dan ca. 10 steken opzetten om te oefenen. Houd de breinaald in je rechterhand en leg het afgemeten stuk draad over de breinaald.
Het draadeinde moet minstens driemaal zo lang zijn als de gewenste breedte van het breiwerk!
2. De draad in een lus om je duim en wijsvinger leggen
Schuif de duim en wijsvinger van je linkerhand tussen de afgemeten draad en de draad van de kluwen. Trek de draden strak, pak ze met je overige drie vingers stevig vast en spreid je duim en wijsvinger. Het draadeinde ligt nu in een lus om je duim en de draad van de kluwen in een lus om je wijsvinger.
Bekijk vooral goed de video om te zien hoe je dit moet doen.
3. De eerste steek maken
Steek de breinaald van beneden naar boven, vanaf de buitenkant van de duim, door de lus om je duim en daarna van boven naar beneden door de voorkant van de lus om je wijsvinger. Trek de lus om je wijsvinger door de lus om je duim en kantel hem over de punt van de naald. Laat de lus van je duim schieten en trek de draad aan.
4. De volgende steken maken
Steek je duim weer tussen de draden, spreid opnieuw je duim en wijsvinger en maak een nieuwe steek. Ga zo door tot je alle steken hebt opgezet.