1. De voorbereidingen voor het strijken
Zet de strijkplank neer met de punt naar links. Ben je linkshandig, zet dan de punt van de strijkplank naar rechts. Knoop je overhemd helemaal los, ook bij de manchetten en de boord.
Vul het waterreservoir van je stoomstrijkijzer. Lees op het etiket in je overhemd de strijkvoorschriften en verwarm het ijzer op de voorgeschreven temperatuur.
Strijk nooit te heet! Als de vezels van de stof te warm worden, dan kan dit de stof van je overhemd beschadigen en kan de stof verbranden of na het strijken gaan glanzen.
Als je een gewassen overhemd strijkt als het nog niet helemaal droog is, dan gaat het strijken iets makkelijker. Een droog overhemd kun je voor het strijken een beetje vochtig sproeien met een waterspuit.
2. De kraag van het overhemd strijken
Een goede volgorde om aan te houden bij het strijken van het overhemd, is door te beginnen met de kraag. Vouw de kraag van het overhemd open en leg hem met de binnenkant boven, plat op de strijkplank. Strijk de uitgevouwen kraag van buiten naar binnen. Strijk niet van binnen naar buiten, want dan strijk je de naden omhoog.
3. De manchetten van het overhemd strijken
Leg vervolgens één van de manchetten opengevouwen plat op de strijkplank en strijk de binnenkant van het manchet net als de kraag, van buiten naar binnen (zie video 1.05). Strijk op dezelfde manier ook het andere manchet van je hemd of blouse.
4. De schouderpanden en het rugpand strijken
Span nu de linker schouder om de punt van de strijkplank en trek het schouderpand goed vlak, om het vervolgens mooi glad te kunnen strijken (zie video 1.07). Strijk daarna op dezelfde manier ook het rechter schouderpand en vervolgens het rugpand. Gebruik zo nodig de stoomfunctie van je strijkijzer om de stof helemaal glad te kunnen strijken.
Heb je per ongeluk toch een kreuk gestreken, sproei dan wat water op de kreuk om deze daarna weer weg te strijken.
Door ook wat stoom los te laten in de lucht verhoog je de luchtvochtigheid, wat je strijkresultaat ten goede zal komen.
5. De voorpanden strijken
Begin met het strijken van het linker voorpand van het overhemd. Span het schouderpand om de punt van de strijkplank (zie video 1.32) en trek het voorpand strak. Zorg dat de stof mooi glad ligt, zonder vouwen. Trek zo nodig het pand tijdens het strijken iets bij.
Strijk hierna ook op deze manier het rechter voorpand, waarbij je nu met de punt van je strijkijzer voorzichtig ook de stof tussen de knoopjes strijkt.
Begin met de linkerkant van je overhemd. Je trekt het overhemd dan naar je toe, in plaats van dat je het van je afduwt en loopt zo de minste kans dat de stof weer gaat kreuken.
Door je overhemden aan de binnenkant te strijken, voorkom je dat ze verkleuren of beschadigen.
6. De mouwen van het overhemd strijken
Strijk tenslotte de mouwen van het hemd of de blouse. Leg een mouw met de zijnaden precies op elkaar en in een strakke lijn, plat op de strijkplank. Trek de mouw strak en controleer, door met je hand over de stof te gaan, of de mouw mooi glad ligt en of er geen vouwen in zitten. Hierna kun je de mouw van het overhemd in één keer glad strijken. Strijk zo ook de andere mouw van het overhemd. Trek het overhemd direct aan of hang het op een hanger met het bovenste knoopje dicht. Als het goed is dan heb je met deze tips nu een glad en kreukvrij strijkresultaat!