1. Het patroon tekenen
Neem het grote stuk vilt en teken hierop het patroon van de tas-inzet volgens de richtlijnen van het basis patroon in de video (video 0.48). Door het aantal centimeters van de banen te verminderen of te vermeerderen kun je de tas breder of smaller maken. Verder kun je de tas iets hoger of lager maken door voor de hoogte iets meer of minder stof te nemen. Zo kun je de organizer volledig aanpassen aan de maat van je handtas.
Ga je de tas breder en/of hoger maken dan heb je een breder en/of hoger stuk vilt nodig dan aangegeven voor het basis patroon!
In plaats van vilt kun je ook ander materiaal gebruiken. Als het materiaal maar stevig genoeg is, zodat de tas ook leeg goed rechtop blijft staan en niet in elkaar zakt.
Maak om de juiste maat te bepalen eerst even een test-model van papier. Plak de tas in elkaar met plakband of lijm, waarna je het model kunt passen in je handtas.
2. De hoeken wegknippen
Knip aan één kant van de drie smalle banen (de zijkant en twee bodemstukken) de in het patroon met een 'X' aangegeven hoeken weg.
3. De vakjes afmeten
Neem de vier kleine lapjes vilt en nummer deze lapjes van 1 tot en met 4. Bepaal aan de hand van de spullen die je in de vakjes wilt doen, de breedte en hoogte van de vakjes en teken op ieder lapje vilt in de breedte de vakjes met krijt af. Lapje 1: 3 vakken of meer; lapje 3: 2 vakken; lapje 4: 3 vakjes. Vakje 2 wordt één groot vak.
Zorg dat je spullen een klein stukje boven de vakjes uitsteken. Maak je de vakjes te diep, dan kun je de spullen niet zien zitten en moet je ze alsnog zoeken!
4. Lapje 1 op de stof spelden
Leg de grote lap stof met de rechte kant, de bovenkant van de tas, naar je toe. Speld lapje nummer 1 in de breedte op de rechterkant van de stof, een paar centimeter onder de rechte bovenkant, zoals aangegeven in de video (video 2.12 ). Trek de stof niet helemaal strak, maar zet het lapje zodanig vast, dat er voldoende ruimte blijft om later de spullen in de vakjes te kunnen doen.
Als je het lapje hebt vastgespeld kun je nog even proberen of je spullen inderdaad in de vakjes passen.
5. Lapje 1 vaststikken
De bovenkant van de vakjes is de kant die een paar centimeter onder de rechte bovenkant van de grote lap (is de bovenkant van de tas) loopt. Laat deze kant open en stik de andere naden van lapje 1, samen met de naden van de vakjes, vast op de stof.
De rechte bovenkant van de grote lap is de bovenkant van de tas. Alle bovenkanten van de lapjes met vakindeling, zitten een klein stukje onder deze rechte bovenkant en blijven altijd open!
6. Lapje 3 vastzetten
Lapje 3 met 2 vakken komt op de linkerkant van de grote lap. Naai van dit lapje alleen de middennaad (de naad van de vakindeling) vast en laat de zijkanten en onderkant nog even open. Rol de stof aan de zijkanten op tot de middennaad en zet de stof vast met een speldje. Zo voorkom je dat je bij het vaststikken van lapje 4 aan de achterkant, ook lapje 3 meestikt.
7. Een vakje voor je waterfles
Knip van lapje 4 in de breedte een strook van ongeveer 5 cm af. Deze strook is bedoeld voor het opbergen van je waterflesje. Stik een zijkant van de strook vast ter hoogte van ongeveer het midden van de middenbaan (is de zijkant van de tas) op de getekende linkernaad. Bepaal aan de hand van het flesje de breedte van de strook, waarna je de andere zijkant vaststikt op de rechternaad van de middenbaan (video 2.50). Zowel de boven- als onderkant blijven open.
Zorg ervoor dat je, ook nadat de stof aan beide kanten is vastgezet, het flesje makkelijk in en uit het vakje kunt schuiven!
8. Lapje 2 en 4 vaststikken
Keer de grote lap in zijn geheel om, zodat de rechte bovenkant van je af komt te liggen. Op de rechterkant van de stof komt nu lapje 2 met één groot vak en op de linkerkant lapje 4 met drie kleinere vakjes. Speld beide lapjes weer in de breedte, een paar centimeter onder de rechte bovenkant van de tas, op de stof. Stik de lapjes vast, waarbij je bij lapje 4 ook de naden van de vakjes stikt. Ook bij deze lapjes blijft de bovenkant, de kant die dus direct onder de rechte bovenkant van de stof zit, open.
Zorg dat de lapjes 2 en 3 iets groter zijn dan de lapjes 1 en 4, zodat de stiknaden naast het viltlapje op de andere kant komen te lopen. Als de lapjes elkaar overlappen wordt de stof te dik en kan de machinenaald breken. Je kunt de dikke laag stof dan ook niet meer met de hand naaien!
9. Lapje 3 verder vaststikken
Keer de lap weer om en stik van lapje 3 nu ook de zijkanten en onderkant vast.
Let op! Lapje 3 moet dus iets groter zijn dan lapje 4 aan de achterkant!
10. De bag organizer in elkaar stikken
Leg de lap voor je met de rechte bovenkant naar je toe en met lapje 2 en 4 aan de buitenkant en vouw de stof van rechts naar links dubbel. Stik vervolgens de zijnaden en de twee bodemstukken aan elkaar. Keer de tas daarna om, waarna lapje 1 en 3, alsmede de flessenhouder aan de binnenkant van de tas zitten. Je bag organizer is nu klaar voor gebruik en kun je volstoppen met spulletjes.
Vind je het makkelijker om de naden aan de buitenkant van de tas te laten vallen, zodat je de tas niet hoeft te keren, leg dan de stof voor je met lapje 1 en 3 en de waterfleshouder aan de buitenkant en klap daarna de stof dubbel!
Niet alle naaimachines kunnen de dikte van het vilt aan, dus soms moet je een stukje met de hand doen!
Eventueel kun je nog een paar handvatjes aan de tas maken. Deze handvatjes zijn erg makkelijk om de tas-inzet te pakken als je van handtas wilt verwisselen.
Blij met je bag organizer? Maak dan nog een extra organizer voor je kleine uitgaanstasjes. Slechts een paar vakjes zoals voor je portemonnee, telefoon, make-up, kam en sleutels zijn in deze bag organizer vaak al voldoende.