1. Voor wie?
Voor wie is het gedicht? Denk goed na en schrijf alles op wat er bij je opkomt als je aan deze persoon denkt. Eigenschappen, hobby’s, reizen, gebeurtenissen etc.
2. Het cadeau
Wil je een indicatie geven van het cadeau en er iets over zeggen? Heeft het iets met een hobby, sport of eigenschap van de ontvanger te maken? Schrijf het op.
3. Een thema kiezen
Kies uit alles wat je nu hebt opgeschreven de woorden en het thema waar je veel en makkelijk over kunt schrijven en wat je leuk lijkt.
4. De woorden selecteren
Bekijk met een
rijmwoordenboek of de
rijmmachine op internet op hoeveel woorden de woorden in je aantekeningen rijmen en zet de woorden met het minste aantal rijmwoorden tussen haakjes. In eerste instantie laat je deze woorden vervallen, maar wie weet misschien komen ze later toch nog van pas.
5. Trefwoorden en rijmvorm
Schrijf zoveel mogelijk trefwoorden op. Bedenk hoe je de zinnen op elkaar wilt laten rijmen. Alle zinnen op elkaar (a a a a), of om de zin (a b a b). Je kunt de zinnen ook per twee laten rijmen ( aa bb cc) of verspringend ( abc abc). Begin met het schrijven van korte, rijmende zinnen.
Gebruik voor het hele gedicht dezelfde rijmvorm!
Schrijf je gedicht in een tekstverwerkingsprogramma en zet het hele alfabet onder het gedicht. Zoek je nu een woord wat op bijvoorbeeld ‘kerstboom’ rijmt, dan ga je alle letters van het alfabet af en je zult zeker woorden tegenkomen die je kunt gebruiken.
Je kunt natuurlijk ook een rijmwoordenboek gebruiken.
6. Je gedicht schrijven
Voeg nu de opgeschreven, rijmende zinnen bij elkaar en voeg eventueel nog wat woorden toe, voor een iets langere zin. Zorg wel dat alles klopt en voor een een logische volgorde. Lees, als het gedicht af is, het hardop voor. Zijn er zinnen die niet lekker lopen, pas ze dan aan en lees het gedicht opnieuw, totdat het helemaal naar je zin is.
Een gedicht dat geschreven goed lijkt, kan bij het voorlezen soms toch niet helemaal lekker blijken te lopen!
Je hebt een leuke tekst, maar je krijgt de tekst niet rijmend. Zet de tekst in regels onder elkaar en geef ze vorm door de tekst te centreren. Het lijkt nu een echt gedicht. Lees het ook als zodanig voor.
Zorg dat het kerstgedicht voor alle aanwezigen leuk is en niet alleen voor degene waar het voor bedoeld is.
Kerstgedichten kun je overal voor gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld een kerstgedicht in je kerstkaart schrijven, bij een kerstcadeau doen of op de menukaart schrijven voor bij het kerstdiner.