1. Voorvoet of haklanding?
Tijdens het hardlopen kun je op diverse manieren je voet op de grond neerzetten. Veel hardlopers maken eerst grondcontact met hun hakken; de hak (hiel) raakt dan als eerste de grond. Zij hebben een haklanding. Het nadeel van de haklanding is dat je spieren, pezen en vooral de gewrichten relatief meer belast worden. Beter is een midvoetlanding - ook wel voorvoetlanding genoemd. Daarbij maak je met de hele voet in een keer grondcontact. Je voet komt dus horizontaal op de grond neer (en niet schuin zoals bij een haklanding). Het voordeel van deze techniek is dat je minder doorzakt en eerder aan je nieuwe pas kunt beginnen; je loopt dus efficiënter en sneller. Bovendien: bij een landing op je hele voet zullen de spieren, pezen en gewrichten minder belast worden, want je gebruikt dan de voetspieren om de impact van de landing op te vangen. Kortom, je kunt dus beter een voorvoet dan een haklanding toepassen. Het voordeel: minder blessures en sneller lopen.
Bij het neerzetten van je voet tijdens het hardlopen wordt wel gesproken over een haklanding, midvoetlanding en een voorvoetlanding. De voorvoet- en midvoetlanding worden over het algemeen als eenzelfde term gebruikt.
Wil je weten wat voor landing je hebt tijdens het hardlopen? Een effectieve manier om dit te doen is een videoanalyse. Laat jezelf filmen en bekijk de beelden vervolgens in slow motion om te achterhalen hoe je loopt. Later kun je opnieuw een videoanalyse maken om je progressie te meten.
Je verandert de manier waarop je loopt niet zomaar. Je moet je realiseren dat je wellicht al jaren op een bepaalde manier loopt en dat deze manier van lopen onbewust gaat; je denkt er niet meer bij na. Het kost enige moeite om een haklanding te wijzigen in een voorvoetlanding. Als je je voet op een andere manier laat landen, worden andere spieren meer belast. Je kuitspieren en voetspieren zijn wellicht nog niet sterk genoeg om de voorvoetlanding aan te kunnen. Ga niet plotsklaps anders lopen. Je kunt dan blessures oplopen. Laat de transitie naar een andere landing dus geleidelijk verlopen, laat je lichaam langzaam wennen aan de nieuwe manier van hardlopen.
2. Plaats je voet actief naar beneden / op de grond
Belangrijk is ook dat je tijdens het hardlopen je been actief, met een fikse beweging, naar beneden brengt. Nadat je je knie hebt opgetild, plaats je je been actief, dus met een strakke beweging, naar beneden. Het voordeel daarvan is dat je door het toepassen van deze hardlooptechniek veel meer 'terug krijgt' van de grond. Als je dat doet, zul je het voelen. Je kunt beter stuiteren (zie video 1:25 min).
3. Verfijning van je hardlooptechniek: actieve voetplaatsing
Het is een detail, maar desalniettemin belangrijk: trek je voet nog een beetje naar achteren voordat je hem op de grond neerzet. Nadat je je knie hebt opgetild, trek je voet een beetje naar achteren vlak voordat hij op de grond neerkomt. Het voordeel daarvan is dat je minder remt als je je voet neerzet. Je voelt het meteen als je dit doet. Je voelt dat je veel minder afremt bij het plaatsen van je voet.