1. De ketting op het kleinste tandwiel zetten
Schakel de ketting aan de voor-en achterzijde naar het kleinste tandwiel. Zo heeft de ketting weinig spanning en kan het wiel makkelijk worden gedemonteerd.
2. Het achterwiel uit de fiets nemen
Schuif het hendeltje van de rem naar boven zodat de rem verder open gaat staan. Open de snelspanner en til de fiets een beetje op. Het wiel zakt nu uit de achterpallen en kun je daarna uit de fiets halen.
Als je de racefiets plat neerlegt, leg hem dan altijd op de linkerkant. Anders ligt je fiets namelijk op de derailleur.
3. De buitenband demonteren
Laat de resterende lucht uit de band lopen. Duw de band rondom naar de binnenkant van de velg. Wip de eerste bandenlichter onder de buitenband en zet deze vast achter een spaak. Zet de tweede bandenlichter iets verderop onder de buitenband, duw hem naar voren en haal met de bandenlichter de buitenband rondom van de velg af (zie video 1.05-1.10). Trek nu de binnenband uit de buitenband, waarbij je het ventiel als laatste verwijdert. Duw de buitenband daarbij iets opzij zodat je ruimte hebt om het ventiel uit de velg te halen. Trek daarna de gehele buitenband van de velg af.
Gebruik altijd kunststof bandenlichters om beschadigingen van je velg te voorkomen.
4. De oorzaak van het lek zoeken
Controleer de buitenband aan de buitenkant op beschadigingen en voel daarbij ook voorzichtig aan de binnenkant van de fietsband of er geen scherpe deeltjes zitten, zoals een doorntje, steentje of stukje glas.
5. De buitenband weer terug monteren
Als de buitenband in orde is, kun je deze weer met één rand om de velg leggen. Plaats daarna het ventiel van de nieuwe binnenband door het ventielgat van de velg. Pomp een beetje lucht in de binnenband en leg deze vervolgens rondom recht in de buitenband, tegen de velgrand aan.
Let op dat de binnenband niet gedraaid in de buitenband komt.
Als je eerst een beetje lucht in de binnenband pompt, wordt het daarna makkelijker de binnenband recht in de buitenband te krijgen.
6. De buitenband verder monteren
Begin bij het ventiel en trek vanaf hier, het hele wiel rond, de buitenband over de velg heen. Soms is het lastig om het laatste stukje band om de velg heen te krijgen. Duw dan de buitenband rondom in het midden van de velg. Hierna kun je de band van je racefiets steeds verder oprekken en gaat het over de velg heen trekken een stuk makkelijker. Het kan ook helpen om de binnenband weer iets leeg te laten lopen.
Pas op dat de binnenband niet tussen de velg en de buitenband klem komt te zitten!
7. De fietsband verder oppompen
De band kan nu weer worden opgepompt. Controleer tijdens het oppompen van de band of de buitenband er nog goed omheen ligt.
Een lagere bandenspanning geeft meer rolweerstand. Probeer daarom de bandenspanning weer op 8 bar te krijgen.
8. Het achterwiel van je racefiets weer monteren
Het achterwiel kan nu weer in de racefiets gemonteerd worden. Leg de ketting aan de achterzijde op het kleinste tandwiel van onderen (zie video 2.28). Laat de fiets voorzichtig op het wiel zakken. Maak de snelspanner weer vast, schuif het hendeltje van de rem naar beneden en je bent klaar om weer op weg te gaan. Op naar de eindstreep!
Wil je weten hoe je effectief en snel je racefiets kunt schoonmaken na een rit? Bekijk dan
deze instructievideo.
In het tijdschrift
Fiets lees je alle ins & outs over wielrennen & mountainbiken.