1. Het haar wassen en drogen
Na het wassen van je haar, verdeel je een stylingmousse gelijkmatig over je kapsel. Masseer de mousse met je handen goed in het haar. De stylingmousse geeft het haar een bepaalde vorm, een soort van geheugen, waardoor het later gevormde kapsel goed in model blijft zitten. Föhn het haar op een nonchalante manier droog.
Stylingproducten gebruik je altijd op nat haar, direct na het wassen.
2. Extra structuur maken
Na het föhnen gaan we extra structuur maken. Met behulp van een krultang maken we krullen in het haar.
Door je haar hierbij af te delen met een klem, houd je een goed overzicht op wat je doet.
Nadat je de krultang uit de krul hebt gehaald, zet je deze vast met een extra klipje. Laat de krullen goed afkoelen.
Krultangen kunnen erg heet worden, dus houd vooral een goed overzicht op waar je mee bezig bent!
Het afkoelingsproces bepaalt voor een groot gedeelte de houdbaarheid van de krul.
3. Het haar in model brengen
Om het haar in model te brengen, gebruik je een wax. Neem een ruime hoeveelheid wax in je handen en wrijf de wax warm. Breng de wax aan over het hele haar. Daarna breng je het haar in het, door jou gewenste, model. En klaar is je stoere kapsel.
Met een finishproduct kun je het haar een bepaalde structuur, glans of andere look geven.
Een veel gemaakte fout is dat je een te kleine hoeveelheid van het finishproduct neemt en alleen aanbrengt op de plukjes rond je gezicht, waardoor er aan de achterkant geen product meer zichtbaar is.