1. Plek en formaat van de pergola bepalen
Bepaal de plek waar de pergola moet komen en daarna de grootte en lengte van de pergola. Verdeel de gewenste lengte in gelijke delen van afstanden tussen 1.20 m en 1.50 m en bereken het aantal palen dat je nodig hebt. De palen moeten 1.80 m tot 2 m boven de grond uitsteken.
Zorg dat de grootte van de pergola in verhouding blijft met de grootte van de tuin!
Houd bij de houtkeuze ook rekening met de hoeveelheid zon die er op de pergola staat.
2. Staanders plaatsen in harde ondergrond
De palen worden vastgezet met beugels. Markeer de schroefgaten op de grond en boor met een grondboor de gaten. Schroef één deel van de beugel vast in de grond, plaats de paal tegen het andere deel en schroef dit deel van de beugel vast op de paal.
Span op de plaats waar de staanders moeten komen een touwtje vlak boven de grond en één op hoogte van de kortste paal. Zo weet je zeker dat de staanders op één rechte lijn komen te staan.
3. Staanders plaatsen in zachte ondergrond
Maak met een grondboor gaten van ongeveer 50 cm diep. Plaats de paal in het gat en zorg dat de paal aan alle zijden waterpas staat. Vul het gat voor de helft met leidingwater. Strooi daarna het betonpoeder rondom de paal, totdat het gat helemaal gevuld is en de droge mortel is verzadigd met water. Laat het beton drogen en hard worden.
Controleer vóór je gaat graven of er geen ondergrondse bekabeling loopt!
Om te zorgen dat de paal mooi recht in de grond blijft staan, kun je aan de onderzijde van de paal twee schroeven bevestigen die je ongeveer 4 cm laat uitsteken.
4. Hoogte staanders aftekenen
Neem bij palen van ongelijke hoogte de kortste paal als referentie. Leg het uiteinde van de dwarsbalk tegen deze paal, in het midden en recht langs de bovenkant. Teken met behulp van een waterpas de juiste hoogte af op de andere staanders.
De dwarsbalk komt aan de binnenkant van de pergola!
5. Dwarsbalken aanbrengen
Teken in het midden van de lat en de palen de boorgaten af en boor de schroefgaten voor. Schroef de dwarsbalk op de staanders en zaag daarna alle palen af op de juiste hoogte.
Alles wat boven de dwarsbalk uitsteekt afzagen!
Draai de moer met een sluitring stevig op de schroef!
6. Hoogte voor dak bepalen
Bepaal op welke hoogte de balk tegen de gevel moet komen. Kies je voor een hellend dak, plaats dan de balk iets hoger dan de staanders. Voor een recht dak is de hoogte gelijk aan die van de staanders (lengte gemeten boven de grond).
7. Bevestigingsgaten boren
Houd de balk op de juiste hoogte, recht tegen de muur. Boor in de balk gaten tot tegen de muur, zodat er op de muur markeringen ontstaan. Boor daarna met de steenboor op de markeringen de gaten in de muur.
Gebruik een waterpas om te zorgen dat de balk goed recht komt te hangen!
8. Draadstangen aanbrengen
Spuit in de geboorde gevelgaten een twee componenten hars en steek de draadstangen in de hars. Verwijder de overtollige hars en laat het geheel ongeveer 20 tot 30 minuten drogen.
9. Balk bevestigen
Schuif, als de hars gedroogd is, de balk over de draadstangen en klop hem goed strak tegen de muur. Zet daarna de balk stevig vast met sluitringen en moeren.
10. Rijlatten plaatsen
Boor de rijlatten voor en begin met de buitenste rijlat. Leg de lat over de losse dwarsbalk heen, op de bovenkant van de dwarsbalk die aan de muur is verankerd en zet hem vast in deze balk. Daarna kun je op gelijke afstand van elkaar, de overige latten aan de muurkant vastzetten. Zet vervolgens de latten vast aan de andere kant van de pergola.
Controleer de onderlinge afstand, voordat je de rijlatten vast schroeft!
Zaag voor een hellend dak de rijlatten aan één kant schuin af zodat ze mooi aansluiten tegen de muur. Dit hoeft niet als je een pergola maakt met een recht dak!
Als je de rijlatten plaatst met een tussenliggende afstand van ongeveer 60 cm krijg je een mooie pergola.
Behandel de kopse kant van de latten, meteen na het plaatsen, met een beschermende lak of beits.
Ook bij geïmpregneerd hout is het verstandig het hout eens in de twee jaar te behandelen.