1. Een ring haken
Begin met een ketting van 6 lossen en sluit deze met een halve vaste tot een ring.
2. Het eerste bloemblaadje
Haak 2 lossen en daarna door het midden van de cirkel een stokje. Vervolgens een dubbel stokje en daarna weer een stokje. Haak hierna weer 2 lossen en tot slot nog een halve vaste in de cirkel. Je hebt nu één blaadje gehaakt.
3. De overige vier blaadjes
Begin weer met het haken van 2 lossen, dan door het midden van de cirkel een stokje, een dubbel stokje en weer een stokje. Dan weer 2 lossen en een halve vaste in de cirkel. Herhaal dit nog drie keer en eindig met een halve vaste. In totaal heb je nu vijf bloemblaadjes in de cirkel gehaakt.
Om weer een nieuw blaadje te kunnen haken moet je zo nu en dan wat ruimte maken door de reeds gehaakte blaadjes mooi dicht tegen elkaar aan te schuiven. Hiervoor is soms wel wat kracht nodig.
4. De begindraad afhechten
Knip de begindraad af, haal hem door de lus en trek de draad goed aan. Steek de draad weg aan de achterkant van het haakwerk. Gebruik hiervoor een naald met een stompe punt.
5. Een knoop op de bloem naaien
Steek de einddraad aan de achterkant van het bloemetje eerst tussen een paar draadjes van het haakwerk door en vervolgens door het midden naar de voorkant. Steek de draad door de gaatjes in de knoop en daarna terug naar de achterkant van de bloem. De draad weer door wat draadjes steken en strak aantrekken. Dit nog een paar keer herhalen, daarna een knoopje in de draad maken, afknippen en klaar is je bloemetje.
Gebruik de einddraad om op het midden van de bloem een kleine knoop te naaien, het hartje van de bloem.
Let op dat de knoop netjes in het midden op de bloem komt!